Winst geboekt voor Sumehrs en thuishospitalisatie

Op de medicomut gisteren was iedereen tevreden over de constructieve dialoog rond het item van de Sumehrs. Vorderingen werden ook gemaakt in de projecten thuishospitalisatie waar het stilaan moneytime wordt. Voor de specialisten stond men ook stil bij een voorlopige evaluatie van de operaties pancreas- en slokdarmtumoren.

De ziekenfondsen zijn al langer vragende partij om het percentage Sumehrs op te drijven richting 60%. Vlaanderen benadert dat niveau, Franstalig België heeft nog wat meer werk voor de boeg, “maar we noteren wel een groei in Brussel en Wallonië”, licht Maaike Van Overloop (AADM) toe. Jos Van Hoof (Vas) beklemtoont dat het aspect ‘kwaliteit’ van groot belang is hierbij.

“Professor Jongen van het Réseau Santé Wallon gaf aan hoe je perfect je Sumehr kunt opladen, bijvoorbeeld via MediSpring. De uitleg over hoe je het kunt bijsturen en hoe patiënten hun goedkeuring kunnen geven over de dossierdelen die naar andere partijen doorgestuurd mogen worden, was uitermate interessant. Je krijgt ook meer zicht op de matrix van wie de Sumehr mag inkijken en aanpassen.”

Ook de uiteenzetting van Prof. Bert Vaes (academisch centrum huisartsgeneeskunde KU Leuven) viel in de smaak. Hij legde uit hoe je als huisarts kunt evolueren van een reactief ziekte-t naar proactief populatiemanagement.

Kwaliteitsindicatoren

“Het komt er nu op aan om progressief te starten met kwaliteitsindicatoren zodat we finaal een sterke benchmarking bereiken. Patiënten die underscoren kunnen we dan actief gaan aanschrijven”, aldus Jos Vanhoof die zijn enthousiasme hierover niet onder stoelen of banken steekt: “Deze evolutie is zeker wel boeiend en ze geniet mijn steun op voorwaarde dat er voldoende middelen tegenover staan. De praktijkpremie moet ook worden aangepast aan andere parameters en alles dient goed te worden omkaderd. Er kan zowel forfaitaire input zijn via vergoeding van verpleegkundigen, via de new deal (meer praktijkmiddelen) als door prestatiegebonden praktijkparameters”, besluit hij.

Nog wel enige reserve viel te horen bij Thomas Gevaert (ASGB/Kartel) die, wat die nieuwe criteria voor de praktijkpremie betreft en de koppeling daarvan aan de Sumehrs, zegt dat niet alles al afgeklopt is. “Er werden nog enkele bijkomende criteria gevraagd.”

Thuishospitalisatie

Ander belangrijk onderwerp was dat van de thuishospitalisatie. Die projecten – antibioticatypes en chemotherapie -  zullen na zowat twee jaar voorbereiding  uitgerold worden, maar er blijven nog vele vragen over nomenclatuur en de rol van de huisarts. “Het speelveld van de huisarts verandert zo voor een stuk. Pas als de projecten uitgerold worden, kunnen we zien waar nog moet worden bijgestuurd”, meent dr. Gevaert. 

Maaike Van Overloop beseft dat in een beginfase dit voor huisartsen wat beangstigend kan overkomen als hun rol niet voldoende duidelijk is in functie van wat  de specialist doet. “Dit moet wel gehonoreerd worden, maar het kan een mooie stap vooruit betekenen in comfortzorg dichtbij huis. Het kan uitgroeien tot een prachtig voorbeeld van appropriate care. Iedereen speelt er een rol in, ook de apotheker. Maar ook daar moeten de rollen goed omschreven worden.” 

Weliswaar komt deze monitoring door de huisarts boven het al overvolle takenpakket, maar per praktijk gaat het om een relatief gering aantal patiënten. Daarnaast vragen ook de oncologen een vorm van honorering voor de begeleiding van mensen thuis. “Eigenlijk is dit een tijdelijk zorgtraject met een specifiek verhaal waar de specialist de lead heeft. Maar ik vond het genereus dat Gilbert Bejjani (Bvas) ook achter het standpunt stond dat huisartsen hiervoor gehonoreerd moesten worden. Verder ook een compliment voor de Riziv-mensen die dit mee hielpen realiseren.”

Honoraria

Dokter Gevaert wou nog kwijt dat de artsenhonoraria weer lijken aan te trekken tot het pre-covidniveau. Voor de specialisten ontspon zich nog een discussie over de slokdarm- en pancreaschirurgie waar men na drie jaar testfase (grote volumes) stilaan aan een evaluatie toe is.

“De voorlopige cijfers na drie jaar wijzen niet op grote verschillen maar het is nog te vroeg voor conclusies. Die zijn pas voor begin september. Wel is dit cijfermateriaal belangrijk omdat nu ook gedacht wordt aan dezelfde volume-aanpak voor hoofd- halstumoren en overaiële tumoren. De methodologie moet dus goed onderbouwd zijn als men hier minimumvolumes wil opleggen.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.