Brief van dr. Piet De Baets*
Vanaf 1 oktober wordt de regeling derde-betaler (RDB) verplicht voor patiënten met een OMNIO-statuut. Verschillende argumenten ondersteunen ons protest tegen deze gang van zaken. Eén daarvan is de devaluatie van ons beroep. Daarnaast moeten we aandacht hebben voor het risico van veralgemening: velen onder ons beseffen maar al te goed dat de verplichte derde-betalersregeling heel snel veralgemeend zal worden als we geen forse weerstand bieden.
Mijn open brief aan minister De Block heeft heel wat losgemaakt bij een aantal collega’s, organisaties en vakbonden (zoals de VAS, het SVH en de GBO). Het is nu tijd voor een update én een waarschuwingsschot voor de boeg.
Vele collega’s denken dat er op 1 oktober een verplichte elektronische facturatie van kracht wordt. Dat klopt niet! Er mag voorlopig nog altijd met documenten op papier worden gewerkt. Het verplichte gebruik van de elektronische facturatie zal immers pas ingaan op een datum die bij KB bepaald wordt. Vanaf die datum hebt u twee jaar de tijd om over te schakelen. Dat staat te lezen in Artsenwijzer dd. 27.08.15.
Langs juridische weg
Burgerlijke ongehoorzaamheid vanaf 1 oktober zal niet nodig zijn, net zo min als de staking die onze collega’s in Frankrijk met ingang van 3 oktober plannen tegen de verplichte RDB. Er bestaan ‘fijnere’, zeg maar juridische manieren om het huidige KB te counteren.
Zo wordt er momenteel gewerkt aan een opt-outregeling, waarbij de patiënt de arts schriftelijk kan ontslaan van zijn verplichting om de RDB toe te passen. Er zijn (volgens de GBO) een aantal heel concrete uitzonderingen die juridisch afdwingbaar zijn. U ontvangt daarover op latere datum meer informatie.
Daarnaast sleutelen juristen aan de juiste formulering voor een bezwaarschrift bij de Raad van State. Er hangt een zwaar prijskaartje aan, maar het loont wel de moeite. Laten we even het terrein overschouwen.
Tarificatiediensten houden er mooie beloften op na, maar rekenen wel tot 3% van de verwerkte honoraria aan, terwijl de huisarts daar niet voor vergoed wordt. Als later (in een logisch volgende stap die volgens velen snel zal volgen) een veralgemening van de verplichte RDB in voege treedt, betalen we voor tarificatie 3% van ons volledige loon – een hele smak geld. Intussen passeren de ziekenfondsen ook hier weer aan de kassa, om circa 6% voor ‘werkingskosten’ op te strijken. Er is dus sprake van een fundamentele ongelijkheid.
Men kan zich terecht afvragen of een rechtstreekse uitbetaling van de huisarts door het Riziv (zonder tegemoetkoming van het ziekenfonds) niet rationeler, kostenbesparender en vooral ‘rechtvaardiger’ zou zijn. Hierdoor kan een ware aardverschuiving optreden in het gezondheidsveld, waardoor de decennia-oude, scheve machtsverhoudingen voor eens en voor altijd worden rechtgetrokken.
De verplichte elektronische RDB zonder vergoeding zou wel eens dé financiële kater kunnen worden van minister De Block en vooral van de ziekenfondsen. Als de Raad van State het KB vernietigt, zal de minister het geld dat huisartsen besteed hebben aan de tarificatie voor de verplichte RDB, terug moeten storten. Dat geld zal ze gaan halen bij de ziekenfondsen.
Take your time … and take it easy…
Wat voor de onmiddellijke toekomst? Het is aan te bevelen om gebruik te maken van de overgangsperiode van twee jaar vóór u zich op de digitale facturatie stort. De afhandeling van een klacht bij de Raad van State duurt gemiddeld één jaar. Zodoende zal er uitsluitsel zijn tijdens de overgangsperiode voor het invoeren van de elektronische facturatie. We hebben dus nog al de tijd…
Digitale TGV nog niet op de sporen |
---|
Wie de digitale facturatie in de nabije toekomst zelf in handen neemt, moet weten dat er nog heel wat bugs in de verschillende systemen zitten. Een proefrit is zeker aan te raden vooraleer u zich vastrijdt in een digitaal moeras. Eens begonnen is er géén weg terug! “Vanaf het moment waarop u overschakelt, moet u altijd elektronisch factureren voor de derde-betaler…”, aldus nog Artsenwijzer dd. 27.08.15. Als het over het gebruik van de computer gaat, zijn er drie soorten artsen: degenen die met de digitale paplepel opgevoed zijn, degenen die behoorlijk worstelen met de computer, maar erg hun best doen en zich daardoor moeizaam uit de slag trekken, en degenen die echt niet meekunnen. Het is mijn bezorgdheid dat zoveel mogelijk artsen op de digitale TGV stappen en mee zijn, en daarom denk ik dat de informatisering van het beroep – incluis de elektronische facturatie – geleidelijk en zonder dwang moet plaatsvinden. Dwang zal velen doen afhaken en uit het beroep doen stappen. De collaterale schade daarvan is niet te overzien. Zoiets mag niet gebeuren en zal niet gebeuren. |