Afgelopen dinsdag (26 juli) zette de Raad van State de nieuwe filter van Marcourt op de geneeskundestudie in de Federatie Wallonië-Brussel (FWB) op de hellling. In het Franstalige landsgedeelte wordt dat systeem ook wel vereerd met de bijnaam 'concours boucherie' dat eind juni gepland stond aan de Franstalige faculteiten. Volgens de RvS zijn de federale quota arbitrair (en dus ook de Franstalige filter in het verlengde daarvan in de FWB). De quota berusten niet op precieze gegevens in relatie tot de medische behoeften.

Einde juni namen 1.112 studenten geneeskunde na hun eerste bachelor  deel aan het nieuwe vergelijkend examen om het aantal studenten aan te duiden dat zijn studies bacheloropleiding medische wetenschappen kon voortzetten in de FWB. Bij de 530 kandidaten die niet slaagden beschikten er 246 minstens over 45 creditpoints op 60. Dat liet hen toe om hun universitair parcours verder af te leggen. De ouders van een tiental "vastgelopen geslaagden", ingeschreven aan de UNamen leidden een schorsingsberoep in voor de Raad van State. Gisteren volgde de uitspraak, voor negen op de tien ten gunste van hen.

De Raad van State oordeelde dat de reglementaire besluiten waarop de bestreden beslissingen steunen, geweerd moeten worden op grond van artikel 159 van de Grondwet.  Het betreft het koninklijk besluit van 30 augustus 2015. Dat legt het aantal kandidaten federaal vast dat in aanmerking komt voor 'bijzondere beroepsbekwaamheidsbewijzen': 1230 voor wie in 2021 afstudeert voor geneeskunde. Daarvan zijn er 605 voor de FWB voorzien (besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2015).  Wat schort er precies?

• De Raad vindt  dat het niet vaststaat dat die besluiten sporen met de planning van het medisch aanbod, rekening houdend met de behoeften van de bevolking op gezondheidsvlak en met de middelen die de overheid daaraan wil besteden.
• De Raad wijst er eveneens op dat het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2015 niet om advies is voorgelegd aan zijn afdeling Wetgeving, wat een substantieel vormvereiste is.

Met andere woorden: het plafond dat federaal werd ingesteld, lijkt arbitrair en bijgevolg is het plafond van de FWB dat ook. 

Volgens de advocaat van de Naamse studenten ligt het vergelijkend examen van de Franse Gemeenschap nu aan diggelen. Alle ogen rusten nu op minister De Block en Marcourt. De Franstalige studenten verwachten van hen 'moedige beslissingen', maar veranderingen zullen in het noorden van het land zeker niet gepikt worden. Wordt ongetwijfeld vervolgd want dit is een zeer hete aardappel in de schoot van de regering Michel I.