In de aanloop naar het congres ‘Orthopaedica Belgica’ ging dr. Patrik Vankrunkelsven na hoe gemakkelijk of hoe moeilijk huisartsen het vinden om een patiënt met een orthopedische ingreep te omkaderen. Preoperatief onderzoek blijkt een makkie te zijn, dankzij het gebruik van de KCE-app. Hebt ú hem al?

Vorige week plaatste het congres ‘Orthopaedica Belgica’ voor het eerst de communicatie tussen de eerste en de tweede lijn structureel op de agenda (zie hierover het aankondigend artikel). De Belgische orthopedisten voelen zich krap in hun budget, wat betekent dat de perioperatieve zorg op termijn gedeeltelijk naar de eerste lijn zal moeten verschuiven. Omdat ze beseffen dat koken ook bij de huisarts geld kost, gaan ze daarvoor in overleg met de overheden.

Een aantal lezingen op de plenaire zitting richtten zich tot huisartsen, en zorgverleners uit de eerste lijn namen ook zelf het woord. Patrik Vankrunkelsven en collega’s hadden bij de huisartsen een peiling gehouden over de perioperatieve omkadering van de orthopedische patiënt. Wat valt mee en wat niet?

De eerste vraag ging na hoeveel procent van de huisartsen vertrouwd zijn met bepaalde aspecten van de zorg voor perioperatieve orthopedische patiënt. De onderzoekers stelden dat 70% een behoorlijke score is. De peiling werd uitgevoerd bij 25 huisartsen.

Huisartsen voelen zich het meest op hun gemak met het uitvoeren en interpreteren van de preoperatieve onderzoeken (iets meer dan 90%), het toedienen van postoperatieve pijnmedicatie (90%) en postoperatieve wondzorg (70%). Vallen onder de drempel van 70%: het opnieuw instellen van anticoagulatie naar de ingreep (± 65%), follow-up na een orthopedisch trauma (± 45%), het voorschrijven en de follow-up van kinesitherapie (± 35%). Helemaal moeilijk is de follow-up van de oncologische orthopedische patiënt: 80% van de respondenten verklaarde hiermee zeer weinig vertrouwd te zijn.

Sommige types inventie liggen voor huisartsen gemakkelijker dan andere. Zo zijn vooral operaties van de knie (iets meer dan 80% voelt zich voldoende mans) en de heup (iets meer dan 70%) goed gekende hoofdstukken. Hoewel schouderchirurgie vaak voorkomt, zijn huisartsen er niet echt mee in hun schik (ongeveer 55% zegt over genoeg kennis te beschikken). Nog minder vertrouwd zijn interventies op de voet en de rug.

Smartphone helpt

Dat de preoperatieve onderzoeken het gemakkelijkste hoofdstuk zijn, kan dr. Vankrunkelsven verklaren: het KCE heeft hiervoor begin 2017 een handige app ter beschikking gesteld. De app wijst zichzelf uit.

In de eerste plaats kunt u de algemene gezondheidstoestand van de patiënt omschrijven via de ASA-score (American Society of Anesthesiologists), door aanvinken van één van de vier bestaande klassen. Daarna laat de app u kiezen uit: kleine, intermediaire of grote operatie. Voor iedere categorie wordt een reeks voorbeelden aangehaald. Zodra deze gegevens ingebracht zijn, krijgt u te zien wat u precies moet aanvragen. Om de app te downloaden, volstaat het KCE PreOp aan te geven in het zoekvenster van de Play Store.

Lees ook: ‘Communicatie met de tweede lijn: herkent u dit?’