Het aantal dak- en thuislozen is in Nederland de jongste jaren aanzienlijk toegenomen. De zorg voor deze bevolkingscategorie loopt niet naar wens. Dat heeft veel te maken met een bijzonder hoge kwetsbaarheid en multipele gezondheidsproblemen, waarvoor zorgverleners middelen en kennis missen.
Het aantal dak- en thuislozen in Nederland is tussen 2010 en 2012 gestegen van 23.300 naar 26.300. Het gaat om een heterogene populatie, samengesteld uit Nederlanders, personen afkomstig uit andere Europese landen en niet-Europeanen. Deze bevolkingsgroep heeft multipele sociaal-medische problemen, maar de drempel naar de reguliere gezondheidszorg is hoog. Sinds enkele decennia zijn er in grotere steden sociaal-medische spreekuren, ook wel straatdokterpraktijken genoemd.
Er zijn echter geen landelijke richtlijnen of organisatievormen voor deze zorg. Daarom hebben straatdokters uit een aantal grote steden de Nederlandse Straatdokters Groep opgericht. De bedoeling is richtlijnen te publiceren en te komen tot financiering van de sociaal-medische zorg. Men beoogt ook gegevensverzameling rond de gezondheidszorg voor dak- en thuislozen.
30% met IQ < 70
De eerste stap was het bijeenbrengen en bevragen van artsen en verpleegkundigen die in de straatdokterpraktijken aan het werk zijn. Omdat gegevensregistratie over dak- en thuislozen zeer beperkt is en er geen overkoepelend registratiesysteem bestaat, zijn de beschikbare gegevens beperkt. Toch komen uit de enquête een aantal opmerkelijke conclusies naar voren.
Zo wijzen de respondenten erop dat mensen bij instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en ziekenhuizen worden weggestuurd als ze niet verzekerd zijn, of geen adres of identiteitsbewijs kunnen voorleggen.
Uit de literatuur was al eerder gebleken dat dak- en thuislozen een bijzonder hoge prevalentie vertonen van gecombineerde somatische problemen, psychiatrische pathologie en verslaving. De respondenten van de huidige enquête melden bovendien dat verstandelijke beperking bij dak- en thuislozen onvoldoende wordt herkend. Ze schuiven opmerkelijke cijfers naar voren: 30% van de dak- en thuislozen zou een IQ lager dan 70 hebben.
Dit gegeven is extra relevant met het oog op de nadruk die momenteel in de maatschappij ligt op participatie en eigen beheer. Er wordt van cliënten verwacht dat ze afspraken nakomen, formulieren en gesprekken begrijpen, de gevolgen van bepaalde gezondheidsproblemen overzien en hun weg vinden in het (digitale) zorgaanbod. Naast een beperkte verstandelijke en psychische draagkracht kunnen taalbarrières hier een rol spelen.
Gebrek aan middelen
Een te krappe financiering van de gezondheidszorg voor dak- en thuislozen is eveneens een obstakel. Daarnaast heeft de overgrote meerderheid van de respondenten behoefte aan richtlijnen en training voor de zorg en het begeleiden van personen met een verstandelijke beperking en multipele morbiditeit.
Bron: Medisch Contact. Klik hier voor het volledige artikel.