Maggie De Block lanceerde zojuist ”Mijngezondheid.belgie.be". Onder deze naam gaat de "Personal Health Viewer" (PHV) van start die voor begin 2018 werd aangekondigd. Een federaal portaal, veilig – met identificatie – en met een unieke toegang, voor alle Belgen, ongeacht de regio. Het portaal leidt naar authentieke externe bronnen met elektronische medische patiëntendata. Denk aan hubs als CoZo en andere.
Bedoeling: patiënten zelf hun gezondheid laten beheren. Zo kunnen ze bijvoorbeeld hun sumehr of kerndossier openen.
Hoewel... De verantwoordelijkheid voor deze gegevens ligt volgens de overheid bij de ‘bronnen’ waarnaar Mijngezondheid verwijst. Niet alle burgers zien dus hetzelfde via hun PHV. Want dat hun gegevens consulteerbaar zijn of niet, hangt af van een reeks factoren. Om te beginnen al van de technische mogelijkheid van de bron om deze gegevens aan het publiek te tonen. "Tal van stakeholders bieden al een viewer aan terwijl anderen nog steeds in volle voorbereiding zijn", zegt het kabinet.
Maar de verschillen tussen Belgen kunnen ook komen van "het beleid van een hub, de kluis, een ziekenhuis, een afdeling ... om deze gegevens al dan niet aan patiënten te communiceren.” Op het Waalse Gezondheidsnetwerk bijvoorbeeld, dat in april 1.436.000 geregistreerde patiënten had, staat een derde van de gepubliceerde documenten open voor patiënten .
Omdat de beschikbaarheid gelinkt is aan het beleid van de ‘uitgever’, lijkt het lezen van de sumehr beperkt tot één elementaire factor: of de toegewezen huisarts het exporteert. De patiënt had al het recht om zijn dossier te raadplegen "maar door de digitale toegang tot de sumehr aan te moedigen, wordt de toegankelijkheid verbeterd", zegt de strategische cel van de minister. Het risico bestaat dat de bevolking nu druk zet op de productie van sumehrs. En wel als de overheid de mensen in de PHV-FAQ uitlegt dat als ze niets vinden in hun elektronisch medisch dossier, dit kan komen omdat hun arts "nog geen sumehr heeft gemaakt” van hun GMD. Om diezelfde patiënt vervolgens te adviseren om er “met zijn arts over te praten.”
"De betrokken zorgverleners zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opgenomen gegevens", voegt het team van Maggie De Block er nog aan toe in een recent via de eHealthBox gezonden boodschap naar de huisarts.
Van S tot XL
Mijngezondheid is ontworpen door de FOD Volksgezondheid, onder anderen in samenwerking met de patiëntenverenigingen (Luss, Vlaams Patiëntenplatform, PatienRat & Treff). Geleidelijk zal de inhoud rijker worden met links naar andere gevalideerde bronnen. Bij de lancering, op 8 mei, gaf de overheid aan dat de volgende inhoud toegankelijk wordt: sumehr, ziekenhuisrapporten en -resultaten, informatie over implantaten, informed consent management, donorregistratie en andere voorafgaande (wils)verklaringen. In de toekomst moeten de digitale platformen van de patiënt, samen met info over zijn medicamenteuze behandeling - zoals e-voorschriften en het medicatieschema – erbij komen, evenals vaccinatie- en screeningsgegevens...
(Huis)artsen kunnen naar alle waarschijnlijkheid hierover vragen van hun patiënt verwachten. Het kabinet geeft de zorgverleners hier een actieve rol: "Sommige ziekenhuizen bieden de behandelend arts de mogelijkheid om gegevens met de patiënt te delen. Dus kan hij met de patiënt de ziekenhuisgegevens doornemen die die laatste wil raadplegen en die beschikbaar zijn in de hub."
Lees ook : > Twijfelachtig, de “techniek van de voldongen feiten”