Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wil naar een meer dynamisch projectiemodel voor het artsenbestand. Het model dat de Planningscommissie nu gebruikt, is technisch performant maar moet ook passen in maatschappelijke evoluties en afgestemd zijn op het beleid. Overigens: is een numerus fixus of clausus zinvol in een open EU?
Het KCE dringt erop aan dat het model continu wordt gevoed, met een koppeling naar het PLanCAD liefst elk jaar en een meer verfijnde geografische verdeling. Zo moet een onderscheid worden gemaakt tussen de woonplaats van de arts en de plaats van de praktijk, wat nu niet gebeurt.
Voor de schatting van een 'voltijds equivalent' baseert men zicn op een mediane artsenpraktijk bij de leeftijdsgroep van 45-54 jaar, maar de echte werkduur van artsen wordt onvoldoende genuanceerd weergegeven, een groot struikelblok.
Verschuiving van gynaecologen naar vroedvrouwen
Om een beter zicht te krijgen op de toekomstige zorgvraag, is het nodig om alternatieve zorgscenario's uit te testen en rekening te houden met snel veranderende trends. Denk aan "de toenemende mobiliteit van studenten en artsen binnen Europa, de verschuivende activiteit tussen beroepsgroepen, zoals de zorg bij zwangerschap, die verschuift van gynaecologen naar vroedvrouwen (!), of de veranderende behoeften door een vergrijzende bevolking en de verschillende gezondheidsproblemen bij migranten-populaties, enz."
Meer medewerkers want meer ambitie
"Inspiratie is te vinden bij Engeland en Nederland." Maar: "In deze landen beschikken de planningsorganisaties wel over een veel groter aantal medewerkers, wat wijst op hun ambitie. Een technisch performant model, maar met welk doel?
"In absolute termen bestaat er geen ideaal aantal artsen", heet het nog. Dat hangt samen met politieke en maatschappelijke keuzes. Daarvoor zijn duidelijke gezondheidsdoelstellingen nodig met voldoende middelen.
Het KCE eindigt met deze kritische noot en een open vraag: "Als dit niet het geval is, kan de finaliteit van deze projecties zelf in vraag worden gesteld: is het zinvol om binnen het eigen land een strikte planning proberen te handhaven, in een Europese Unie die zo mobiel en open is? De echte uitdaging voor onze samenleving is uiteindelijk zorgen voor een voldoende, maar niet overmatig aanbod aan artsen, dat adequaat is gespreid over het grondgebied en de verschillende sectoren."
Zie ook het recente standpunt van Marc Moens (Bvas) over het artsenaanbod.
> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @specialistkrant en @MediSfeer