Het is zover: na maanden van scherp protest gaat de Bvas in beroep tegen de wet en het KB over de verplichte regeling derde-betaler (RDB). 

Op 1 oktober ging de verplichte RDB van kracht. In de maanden die voorafgingen had de Bvas, samen met andere syndicaten en beroepsverenigingen, tegen deze maatregel expliciet protest aangetekend. In laatste instantie pleitte het syndicaat voor een compromis, opgebouwd uit een dubbel voorbehoud:

• een opting out: indien de rechthebbende op de verhoogde tegemoetkoming oordeelt dat hij wel het honorarium kan betalen en dus geen aanspraak wenst te maken op de RDB, dan moet dit mogelijk zijn op eenvoudig verzoek van de patiënt;

• wanneer elektronische facturatie in de toekomst verplicht zou worden, zou dit uitsluitend mogen gelden voor artsen die een telematicapremie ontvangen, zodat oudere artsen niet uit het beroep zouden stappen.

Het voorstel van Bvas bleef dode letter. Daarom heeft de Raad van Bestuur van de Bvas unaniem besloten het Grondwettelijk Hof en de Raad van State te verzoeken om de omstreden wet en het bijhorende KB te annuleren. De Bvas zal deze beroepsprocedures zo snel mogelijk opstarten.

De Bvas wijst op de petitie en de brede opiniepeiling die het syndicaat in het begin van de zomer organiseerde. Bij die gelegenheid spraken meer dan 2.200 huisartsen zich tegen de invoering van de verplichte RDB uit, “terwijl ze bevestigden dat ze toch regelmatig het systeem derde-betaler voor de minstbedeelden toepassen, ongeacht of het gaat om een RVV-patiënt of niet”.

De verplichte RDB “wordt door vele collega’s ervaren als een aanslag op de waardigheid van hun beroep en hun deontologie”, zo zegt het syndicaat nog. Het wijst ook op twee andere implicaties: een onbetaalde extra administratieve last en het risico op overmatig gebruik van de zorg.