Op 28 november stemde een nipte meerderheid binnen de Brusselse Huisartsen Kring (BHAK) voor samenwerking met de Franstalige huisartsen uit Brussel bij de organisatie van de wachtdienst.
De organisatie van de wachtdienst door huisartsen is in verschillende regio's van het land een problematisch gegeven. Zo ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Naast de normale problematiek eigen aan de organisatie van een wachtdienst, krijgt de hoofdstad er ook nog een taalprobleem bovenop. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is officieel tweetalig, en dus hebben patiënten er - ook tijdens de wachtdienst - het recht om in de eigen taal (Nederlands of Frans) geholpen te worden. Eigenlijk is de problematiek nog groter, want zoals minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) in de bevoegde Kamercommissie verklaarde "worden daar nog heel wat andere talen gesproken".
De Vlaamse huisartsen, verenigd in de Brusselse Huisartsen Kring (BHAK), spraken zich op vrijdag 28 november uit over samenwerking met hun Franstalige tegenhanger FAMGB (Fédération des Associations de Médecins Généralistes de Bruxelles) voor de organisatie van de wachtdienst. "Laat me meteen duidelijk stellen dat het gaat om een samenwerking rond de wachtdienst, niet over het samensmelten van de twee huisartsenverenigingen", verduidelijkt BHAK-voorzitter dr. Anne Marie Deleenheer. "Een meerderheid van de leden stemde voor de samenwerking. Maar het was wel een zeer nipte meerderheid. Zo nipt dat het niet zeker is dat het Riziv ermee akkoord gaat de samenwerking te laten plaatsvinden."
Welke bekommernissen leven er onder de Vlaamse huisartsen die de nipte steun aan het project tot samenwerking verklaren? "Er bestaan heel wat vragen over de tweetaligheid van de dienstverlening. Nogal wat leden stellen zich ook vragen bij de toekomst van onze huidige personeelsleden binnen de nieuwe samenwerking. Zullen zij hun job kunnen behouden in de nieuwe structuur? Ten slotte hebben verschillende leden een probleem met een wachtdienst die ook tijdens weekdagen overdag open is. Dat zou kunnen uitgroeien tot een soort dispensarium waar patiënten naartoe komen die eigenlijk naar de dienst spoedgevallen moeten. Bovendien strookt dat niet met onze opvatting dat elke patiënt een vaste huisarts zou moeten hebben. In deze wachtpost die in de week overdag open is, kan er geen sprake zijn van continuïteit van zorg. En dat is toch een essentieel gegeven", aldus dr. Deleenheer.
Het is niet meteen duidelijk hoe het nu verder moet. "Hoe zal het Riziv reageren op deze nipte meerderheid? Hoe zullen onze leden - waarvan een meerderheid voor samenwerking stemde - reageren op een eventuele afwijzing door het Riziv?" Veel vragen waarop ook dr. Deleenheer momenteel geen pasklaar antwoord kan geven. In de Kamercommissie verklaarde Maggie De Block op een vraag van Yoleen Van Camp (N-VA) alvast dat zij de problematiek verder van nabij zal opvolgen.