De verplichte sociale regeling derde-betaler wordt toegepast in iets meer dan 85% van de gevallen waarin de wet het voorschrijft. Dat blijkt uit een onderzoek van de ziekenfondsen, waarvan de resultaten werden bekendgemaakt op de medicomut-zitting van 26 juni.
“Daaruit mag men niet concluderen dat 14% van de artsen de RDB niet toepast”, waarschuwt Kartel/ASGB-voorzitter Reinier Hueting. “Bij sommige patiënten is immers een deel van de prestaties gehonoreerd via de verplichte sociale RDB en een ander deel niet. Soms komt dat omdat de patiënt net van statuut was veranderd. Maar dat is niet systematisch nagevraagd.”
Een aantal factoren verhogen de kans dat de verplichte sociale RDB toegepast wordt in gevallen waarin de wet het voorschrijft:
- Praktijken met veel rechthebbenden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming (RVV) (versus praktijken met weinig RVV);
- Groepspraktijken (versus solopraktijken);
- Jonge vrouwelijke huisartsen (versus oudere mannelijke artsen);
- Patiënten met een GMD.
Er bestaat geen verschil tussen het noorden en het zuiden van het land.
Onbuigzaam
Een groep van 120-125 artsen – diehards, zegt dr. Hueting – past de verplichte sociale RDB nooit toe. Hun namen zijn bekend. Het Riziv beraadt zich over de manier om deze artsen te benaderen. De wet laat toe dat ze gesanctioneerd worden. “Dat lijkt mij niet zo’n goed idee, hoewel we vanuit ons syndicaat altijd de verplichte sociale RDB hebben gesteund”, aldus de Kartel-voorzitter. “Ik zou eerder voorstellen dat ze per brief een aanmaning krijgen. Eventueel met een uitnodiging om hun houding te verklaren. Ik denk dat je daarmee een beter resultaat bereikt dan met sancties. Ik heb het gevoel dat het Riziv ook liever wil aanklampen, veeleer dan sanctioneren.” Er is hierover vooralsnog geen beslissing genomen.
> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @MediSfeer.