De studententijd is vaak een woelige periode voor jongeren: ze zijn in volle adolescentie, ze verhuizen van thuis naar een ‘kot’, ze moeten leren op eigen benen te staan, ze worden geconfronteerd met een andere manier van lesgeven, studeren en examens afleggen, ze ondervinden de stress van het moeten presteren… Het is niet echt verwonderlijk dat in deze periode aan middelengebruik wordt gedaan. Het meest voor de hand liggend is het drinken van bier tijdens dopen, op cantussen, fuiven, bij vrienden op kot of binnen allerlei activiteiten georganiseerd door studentenverenigingen. De gratis vaten – happy hours en dergelijke – zijn dan niet uit de lucht gegrepen.
Een studie van onderzoekers van de Universiteit van Yale in Connecticut (Verenigde Staten) die onlangs gepubliceerd werd in Pediatrics, toonde aan dat adolescenten in de Verenigde Staten de elektronische sigaret gebruiken om marihuana in verschillende vormen tot zich te nemen. En nog niet zo’n klein beetje...
Diepere inzichten in de neurobiologie van verslaving leiden tot het ontwikkelen van nieuwe behandelingsmethoden.
Drugs, met inbegrip van nicotine, veroorzaken allemaal de vrijlating van dopamine in ons beloningssysteem. Op die manier bootsen ze het belonende effect na dat we voelen bij eten, drinken of seks.
Half juli verscheen in The Lancet een studie die keek of intraveneuze drugsgebruikers zich gemakkelijker laten vaccineren tegen hepatitis B als men hen een financiële incentive toestopt. Het idee bleek te werken. Op zich is dat niet echt onverwacht. Maar wat zijn de ethische implicaties?
Aangezien verslaving gerelateerd is aan een afgenomen aantal D2-dopaminereceptoren in het beloningssysteem, bestaat een mogelijke behandelingspiste erin om het aantal dopaminereceptoren in de hersenen te doen toenemen. Hierover wordt onderzoek uitgevoerd, onder andere door gebruik te maken van het nicotinesysteem in de hersenen.
In de neurobiologie van de verslaving zijn twee hersensystemen van essentieel belang. Het ene is dat van de diepe basale kernen die zich in het midden van de hersenen bevinden. Het andere is de beter ontwikkelde, prefrontale hersenschors, die onder andere instaat voor de planning, de executieve functies en de controle van onze impulsen.
Tanorexia kan men niet zomaar gelijkstellen met een eetstoornis zoals anorexia, anorexia nervosa en orthorexia - respectievelijk het verlies van eetlust, de drastische beperking van de voedselinname en een obsessie voor gezond eten. Tanorexia (‘tan’ naar de gemalen eikenschors die gebruikt wordt om de huid bruin te maken, betekent in het Engels ook ‘bruinen’; ‘-orexia’ voor ‘honger’, in de zin van de behoefte, de zucht naar) is de verslaving aan zonnen, met meestal een heel bruine, gebronsde huid als resultaat...
Neurowetenschappelijk onderzoek van bingedrinken heeft al heel wat informatie opgeleverd over de structurele en functionele hersenschade die daarbij optreedt. De auteur onderstreept het nut van neurologisch beeldvormend en neurofysiologisch onderzoek om de (soms subtiele) afwijkingen te evalueren die kunnen optreden bij deze specifieke vorm van alcoholmisbruik, die blijkbaar bijzonder schadelijk is voor de werking van de hersenen. Het onderzoek naar “comazuipen” bij jongeren staat nog maar in zijn kinderschoenen. Er moeten nog veel vragen beantwoord worden. Een belangrijke vraag is of de hersenafwijkingen die opgemerkt worden bij bingedrinkers, het gevolg zijn van het alcoholmisbruik dan wel of ze die afwijkingen al op voorhand vertoonden. Published ahead of print.
Hoewel het gebruik van morfinesulfaat buiten het therapeutische kader niet nieuw is, stellen we pas sinds 2011 een toename van de vraag vast. Zo luidt de conclusie van Agnès Cadet-Taïrou en Michel Gandilhon van het Observatoire français des drogues et des toxicomanies (OFDT).
Het roken van marihuana is zonder twijfel een oorzaak van COPD en ontsteking van de luchtwegen, toch bij hoge en chronische consumptie. Het lijkt ook een risicofactor voor longkanker te zijn, toch bij mensen die reeds op jonge leeftijd beginnen te roken. Dat is de conclusie van een team van de universiteit van Arkansas na een grondig literatuuronderzoek... Published ahead of print.
Over de aanpak van het stoppen met roken bij patiënten met een psychiatrische stoornis zijn de onderzoeksresultaten vaak uiteenlopend. Het is geruststellend dat het gebruik van farmacologische hulpmiddelen bij psychiatrische patiënten geen verhoogd risico blijkt in te houden...
De literatuur maakt melding van een hoge rookprevalentie bij psychiatrische patiënten. Het loont dus zeker de moeite na te gaan welke verschillen men aantreft tussen rokende en niet-rokende psychiatrische patiënten. Daarnaast rijst de vraag naar een eventuele causaliteit: lokt roken psychiatrische stoornissen uit?
Soms spreken artsen de vrees uit dat het stoppen met roken bij een patiënt met een gestabiliseerde psychiatrische stoornis het evenwicht opnieuw zal verbreken. Stemt dat overeen met wat de literatuur vermeldt?
Gegevens rond roken bij psychiatrische patiënten wijzen erop dat deze mensen een ernstige vorm van tabaksverslaving vertonen. De vraag stelt zich daarom of psychiatrische patiënten wel bereid zijn te stoppen met roken. Op de Dagen van de tabakologie (Antwerpen, 30 september-1 oktober 2013) geeft professor Hedwig Boudrez (psycholoog-tabakoloog, UZ Gent) hierop een antwoord aan de hand van literatuurgegevens.
De symptomen die we associëren met een klassieke ‘houten kop’, zoals een algemeen slecht gevoel, vermoeidheid, gastro-intestinale problemen, misselijkheid en het gevoel van een droge mond, kent iedereen wel. Maar een echte kater is net iets erger en anders dan een ‘houten kop’ zoals verschillende experts op het congres (2013) van de European Society for Biomedical Research on Alcoholism aangeven.
“Alcohol drinken stimuleert wel en niet: het stimuleert het verlangen maar benadeelt de prestatie”, schreef William Shakespeare. Ook prof. Regnier Opsomer (UCL) bevestigde als opening van het 16e symposium van het CPSM (Centre de Pathologie Sexuelle Masculine) de dubbelzinnige aard van alcohol. Het thema van de bijeenkomst was dit jaar ‘Alcohol en seksuele (dis)functies’. Zowel medische, ethische, sociologische als psychiatrische aspecten kwamen uitgebreid aan bod, maar hier richten we ons uitsluitend op de puur seksuele aspecten. Verminderde gevoeligheid, gebrek aan seksuele lust, geen of late orgasmes of ejaculaties, seksueel geweld en risicogedrag laat Frédéric Jurysta (Psychiatrie, Erasmus, ULB) stuk voor stuk de revue passeren in een literatuuroverzicht.
Vrouwen die roken, boeten ten minste 10 jaar aan levensverwachting in. Maar als ze stoppen voor hun 40 jaar, kunnen ze meer dan 90% van het verhoogde risico op overlijden vermijden. Dat blijkt uit de meest grootschalige studie ooit naar de voordelen van een rookstop in het Verenigd Koninkrijk. De resultaten werden op 27 oktober gepubliceerd in de Lancet online.
Een Brits-Pools onderzoeksteam schuift cystine naar voren als een potentieel interessant middel bij rookstop. In een single center study is het middel doeltreffender gebleken dan placebo en het is bovendien een stuk goedkoper dan heel wat klassieke rookstopmiddelen. Het New England Journal of Medicine publiceerde de resultaten.
Mensen die roken, zijn chronisch afhankelijk van tabak, en dit zowel op psychologisch als fysiek vlak. Stoppen met roken vormt dan ook een grote uitdaging voor rokers. In België heeft 7 op 10 rokers al minstens één keer geprobeerd om te stoppen. De meesten van hen steunen daarbij alleen op hun eigen wilskracht, maar herbeginnen vaak na minder dan een jaar. Het is aangetoond dat rokers, mits een aangepaste behandeling en de steun van een professionele zorgverlener, tweemaal zoveel kans hebben om het roken op te geven en de cyclus van dure maar vergeefse stoppogingen te doorbreken. De arts is dus een sleutelfiguur in het stoppen-met-rokenproces.
Uit een recente studie door onderzoekers van de UCL en de VUB blijkt dat ‘binge drinking’ of ‘comazuipen’ nefast is voor de hersenen. Dit drinkgedrag uit zich als het gebruik van een zo groot mogelijke hoeveelheid alcohol in een zeer korte tijdspanne. Het is niet alleen de totale hoeveelheid ingenomen alcohol die de oorzaak is van schade, maar vooral ook de specifieke manier, die zeer populair is in studentenkringen, waarop gedronken wordt. Minstens één op drie studenten zou er zich aan overgeven tijdens veelvuldige drinkpartijen onder jongeren.
Het grote publiek is tegenwoordig goed ingelicht over de nefaste gevolgen van roken op de gezondheid. Zwangere vrouwen zijn zich a fortiori bewust van het feit dat roken tijdens de zwangerschap schadelijk kan zijn voor de gezondheid van hun kind. Toch zijn de cijfers alarmerend: 40% van de zwangere vrouwen rookt vóór hun zwangerschap en ondanks de schadelijke gevolgen blijft 25% roken tijdens de zwangerschap. Het is dan ook uitermate belangrijk dat zowel het grote publiek en de artsen als de overheid erop worden gewezen dat roken de gezondheid en de levensverwachting van de foetus beïnvloedt. Het staat inmiddels vast dat roken een impact heeft op de voortplanting, op het verloop van de zwangerschap, maar ook op het kind zelf, en dit op korte, middellange en lange termijn.
Ook in België is binge drinking bij jongeren een onrustwekkend probleem. Medewerkers van het UZA en de Universiteit Antwerpen (UA) nemen energieke maatregelen.
Films die bekeken mogen worden door kinderen in de prepuberteit (PG-13) en waarin gerookt wordt, worden even sterk in verband gebracht met het rookgedrag van jongeren als films gereserveerd voor volwassenen (R) waarin gerookt wordt.
De EU-richtlijnen betreffende de verkoop van tabaksproducten verstrijken aan het einde van dit jaar. Een unieke gelegenheid volgens prof. Marc Decramer (Afdeling Pneumologie, KU Leuven) om een bilan op te maken en te ijveren voor een strengere Europese wetgeving terzake.
Medi-Sfeer Nr. 776
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...