Er is in België een patiënt van onder de 40 jaar overleden na toediening van het Johnson & Johnson-vaccin. Dat melden de ministers van Volksgezondheid. Dat melden de ministers van Volksgezondheid verzameld in de Interministeriële Conferentie (IMC). Het gaat om een vrouw die via haar buitenlandse werkgever werd gevaccineerd, dus buiten de Belgische vaccinatiecampagne om.
België heeft alvast beslist het Johnson & Johnson-vaccin in de brede bevolking voorlopig niet in te zetten voor mensen onder de 41 jaar. Ons land vraagt ook een bijkomend advies van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Het voorval kan mogelijk belangrijke gevolgen hebben voor de vaccinatiecampagne.
Vorige week, op 21 mei, is een vrouw van onder de 40 jaar overleden nadat ze gevaccineerd werd met het Johnson & Johnson-vaccin. De vrouw had na haar vaccinatie te maken met ernstige nevenwerkingen (trombose en verlaagde bloedplaatjes). De vaccinatie zelf gebeurde buiten de Belgische vaccinatiecampagne om. De vrouw werd gevaccineerd via haar (buitenlandse) werkgever, maar overleed dus in een Belgisch ziekenhuis. Er wordt nu aan het Europese Geneesmiddelenbureau (EMA) gevraagd om het mogelijke verband tussen het vaccin en het overlijden te evalueren en om een gedetailleerde risicoanalyse op basis van leeftijd te maken.
"De ministers van de IMC Volksgezondheid beschouwen deze betreurenswaardige casus als een belangrijk signaal en hebben onmiddellijk de vraag laten stellen aan EMA naar concrete conclusies uit het onderzoek van deze en eventueel gelijksoortige meldingen uit andere landen", zo staat te lezen in het persbericht van het IMC
In afwachting van die EMA-evaluatie heeft het IMC Volksgezondheid alvast beslist het vaccin voorlopig niet te gebruiken voor mensen onder de 41 jaar. Het IMC handhaaft wél de beslissing om J&J prioritair te blijven gebruiken voor de thuisvaccinatie van ouderen en voor de vaccinatie van een aantal precaire groepen zoals daklozen en mensen zonder papieren.
Het is nog wat afwachten wat de concrete impact zal zijn op de vaccinatiecampagne. Volgens het IMC is de impact "op korte termijn zeer beperkt". Er wordt daarom in de eerste plaats gekeken naar de vaccins van Pfizer en Moderna om vanaf juni de groep van -40-jarigen te vaccineren.
Het nieuws komt in ieder geval bovenop de aanhoudende onduidelijkheid over de leveringen van Johnson & Johnson. Die onduidelijkheid zorgde al voor twijfels en zenuwachtigheid over de vooropgestelde deadline van 11 juli, de datum waarop elke volwassene minstens één prik moet kunnen gekregen hebben. Als voor Johnson & Johnson de leeftijdsgrens moet gehandhaafd blijven, dan wordt die deadline onhaalbaar, geeft Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke toe.
"11 juli ging uit van een vaccinatiegraad van 100 procent voor alle Vlamingen. Als de leeftijdsgrens gehandhaafd blijft of als de leveringen van Johnson & Johnson niet komen, kunnen we nog altijd een vaccinatiegraad van 85 procent behalen op 11 juli. Dat blijft nog altijd zeer goed", zegt het kabinet-Beke. "We stoppen uiteraard ook niet vaccineren op 11 juli met eerste prikken. We blijven alles inzetten om iedereen zo snel mogelijk een vaccin aan te bieden."
