Het mag alvast duidelijk zijn dat dit alles zeer gevoelig ligt. Vooral omdat wegvallende materniteiten ook een impact hebben op andere diensten zoals pediatrie. Bovendien is de bevoegdheidsverdeling in de ziekenhuiswetgeving versnipperd: de erkenning is Vlaams, de normen zijn federaal.
Na enig aandringen is hoofdonderzoeker en economist Carine Van de Voorde wel bereid om de namen door te geven van de 17 materniteiten die in het vizier komen voor sluiting. Weliswaar met deze nuance: “Het is wat dubbelzinnig dat we wel het kaartje tonen van de mogelijk te sluiten materniteiten maar niet de namen van de ziekenhuizen. Ik zal ze toch vrijgeven met dien verstande dat we niet expliciet zeggen dat die materniteiten gesloten moeten worden. Wel dat ze momenteel niet voldoen aan onze minimumnormen. Er zijn ook kraamklinieken bij die dicht bij elkaar in de buurt liggen en die perfect kunnen samengaan waardoor ze niet allebei gesloten hoeven te worden. Als ze natuurlijk niets ondernemen, zouden ze hun erkenning wel moeten verliezen. Dat is een belangrijk nuanceverschil.”
“Onze minimumnorm blijft wel 557 bevallingen per jaar. Wie die niet haalt, moet dicht. Mits de aanrijtijden het halfuur niet overschrijden. Daarom valt Veurne er bijvoorbeeld tussenuit.”
“Er loopt een gordel van West- naar Oost-Vlaanderen over Henegouwen en verder ten zuiden van Brussel. Het zuiden van Wallonië en grote steden zoals Gent, Antwerpen en Brussel en ook Limburg lijken buiten schot te blijven. Zit daar een wetmatigheid in?”
“Dat er geen enkel Brussels ziekenhuis onder valt komt omdat dat grote ziekenhuizen zijn met veruit het hoogste aantal bevallingen in het land. Blijkbaar is een aantal kleine materniteiten geconcentreerd in bepaalde gebieden. Ze horen bij kleinere ziekenhuizen die wel alles aanbieden. Dat past niet meer in de netwerkfilosofie. Niet meer elk ziekenhuis doet alles. Dit is een eerste testcase om te zien of men daar naartoe wil of niet.”
“Onze oefening wees uit dat er qua kantelpunt een efficiëntiegrens is van 557 bevallingen per jaar, maar we stelden ook vast dat er bij sommige groteren efficiëntiewinst en schaalvoordelen geboekt kunnen worden in hun netwerk als ze gemiddeld 900 tot 1.000 bevallingen per jaar halen. Weliswaar opnieuw na eerst een toegankelijkheidsanalyse van bereikbaarheid binnen de 30 minuten voor de patiëntes.”
De sector werd hier al langer op voorbereid?
“We weten dat een materniteit vaak het uithangbord is van een ziekenhuis, en dat het zonder die kraamkliniek verlieslatend kan zijn, maar dat is dan een beleidskwestie. Dit rapport komt niet uit de lucht vallen: we hadden twee grote meetings: een met de Franstalige en een met de Nederlandstalige vroedvrouwen, plus een stakeholdermeeting waarop de hele sector aanwezig was: koepels, artsensyndicaten, vroedvrouwen, verpleegkundigen, ziekenfondsen, FOD, Riziv."
"De gynaecologen die er waren – van de wetenschappelijke verenigingen – realiseren zich ook wel dat er te veel vrouwenartsen zijn. Eigenlijk vragen ze daar maatregelen voor de subquota, maar dat is een ander dossier.”
“Idem dito voor de vroedvrouwen, afgestudeerd sinds 2018. Die mogen niet meer als ‘gewone’ verpleegkundigen werken.“
Lijstje van te sluiten materniteiten tenzij fusies
Lees ook:
> Na correctiefactor bereikbaarheid raadt KCE 'slechts' sluiting aan van 17 kraamklinieken
> Reactie beroepsvereniging Vlaamse gynaecologen
> “KCE: minstens 557 bevallingen jaarlijks nodig, dus 21 kraamklinieken sluiten”
> Minimumcriterium materniteiten nog optrekken voor netwerken
> "Opportuniteit voor onze gezondheidszorg: materniteiten afbouwen" (De Block)
> "Er kunnen niet zomaar 17 materniteiten gesloten worden" (CD&V)