De virtuele Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid (SGGG) van afgelopen weekend sloeg spijkers met koppen. Voor het eerst lijkt het initiatief ook door te dringen tot de politiek: zowel Frank Vandenbroucke als Wouter Beke traden in dialoog met de sector in een interview met Guy Tegenbos. Ze spelen in op een aantal eisen.
De financiering moet anders, ziek maakt nog steeds arm, jongvolwassen patiënten geraken amper over de drempel naar de volwassenenpsychiatrie en de wachtlijsten blijven onaanvaardbaar lang. Alleen een aanbod van voldoende toegankelijke en geïntegreerde zorg kan soelaas bieden, luidt de al jarenlange klacht.
Eerste resultaten
- Een eerste tastbaar spoor van het gewicht van de SGGG bleek de federale resolutie die onder meer voorstelt om 12% van het gezondheidsbudget aan geestelijke gezondheidszorg te besteden.
- Verder kwam er op vraag van de sector 200 miljoen euro federale steun voor meer werkkrachten in de geestelijke gezondheidszorg, wat werd vastgelegd in het regeerakkoord.
- Op Vlaams niveau vielen plots bijkomende investeringen voor de centra geestelijke gezondheidszorg (12 miljoen euro) uit de bus, daar waar Wouter Beke nog voor de coronacrisis geneigd was om net te besparen in de sector. Maar gelukkig wendde de minister tijdig de steven.
- Teleconsultaties worden nu ook terugbetaald in de sector, al is dat niet alleen de verdienste van de SGGG.
Om de scheefgetrokken verhoudingen verder recht te trekken lanceerde de Staten-Generaal innovatieve suggesties. Kirsten Catthoor, woordvoerder van de Staten-Generaal: “Wij willen een geestelijke gezondheidszorg met een stimulerende financiering zonder nefaste neveneffecten, een aanklampende psychiatrie zonder drempels van jong naar volwassen, een inclusieve psychiatrie zonder armoedevallen, een open en gezonde zorg zonder wachttijden.”
Wat die wachttijden betreft, moeten die op zijn minst gemonitord worden maar uiteraard is een snelle indicatie nog beter. Dat alles moet leiden tot betere wachttijdondersteuning en dus op termijn tot de inkorting ervan. Maar vooral moeten mensen die wachten, voelen dat men met hun problematiek bezig is.
Top vijf van innovatieve oplossingen:
1. Een geïntegreerde zorg met netwerken die op elkaar aansluiten
Kris Van den Broeck, coördinator van de Staten-Generaal: “We moeten netwerken opzetten voor gespecialiseerde zorg en interprofessionele samenwerking die adequaat gefinancierd worden, net zoals dat in kankerbehandelingen gebeurt.”
2. Een stimulerende financiering zonder ongewenste neveneffecten
Koen Lowet, werkgroep perverse financieringsmechanismen: “We moeten bijkomende middelen zo inzetten dat ze leiden tot betere zorguitkomsten, een betere ervaring voor de patiënten en hun omgeving, een grotere jobtevredenheid voor de zorgverstrekkers en een efficiëntere zorg.”
3. Een drempelloze transitie van jongeren- naar volwassenenzorg
Dr. Ruud Van Winkel, werkgroep Transitie: “We moeten een laagdrempelig en specifiek zorgaanbod maken voor jongeren tussen 18 en 25 jaar die van de zorg van kinderpsychiatrie naadloos overgaat naar de volwassenenpsychiatrie. Dat moet zorgvuldig uitgewerkt worden in een intersectorale samenwerking met jeugdwerk en -hulp.”
4. Een inclusieve, betaalbare zorg zonder armoedevallen
Ingrid Jongeneelen, werkgroep Ziek maakt arm: “Patiënten met een chronische problematiek, of die nu medisch of psychiatrisch is, kunnen we heel praktisch gelijkwaardig behandelen. Breng de uitkering voor personen met een langdurige arbeidsongeschiktheid op een aanvaardbaar niveau boven de armoedegrens. De gemeenten en EL-zones moeten afspreken hoe ze mensen met een psychiatrische aandoening daadwerkelijk includeren. En maak de zorg betaalbaar ook inzake geneesmiddelen en voorzie een systeem van bewindvoering op maat van de cliënt."
5. Een open en toegankelijke zorg zonder wachtlijsten
Dr. Frieda Matthys, voorzitter SGGG: “We moeten het capaciteitstekort in vrijwel alle vormen van geestelijke gezondheidszorg wegwerken, zodat iedereen met een zorgnood binnen een redelijke termijn een behandeling kan krijgen. Wanneer? Liefst nu. Niet later. Niet na honderd dagen of langer wachten. Dan is het te laat.”
De SGGG zal nu in het bijzonder aandacht hebben voor de betrokkenheid van familie en de omkadering van kinderen en jongeren. Dr. Kirsten Catthoor: “We moeten engagement tonen voor mensen die kwetsbaar zijn en voor hen die het dreigen te worden, of het nu door de coronacrisis is of door andere sociale, psychologische of maatschappelijke factoren.”
Nieuwe maatregelen
Om daaraan mee te werken krijgt het Familieplatform Geestelijke Gezondheid een extra subsidie van minister Beke. Ook de aankondiging van nieuwe antennes in de ambulante verslavingszorg en in de ambulante revalidatie om het aanbod in Vlaanderen beter te spreiden juicht de Staten-Generaal toe. Beke wil ook absoluut inzetten op vroegdetectie wat net latere verwikkelingen en meerkosten kan vermijden.
De Staten-Generaal noteert ook dat de federale minister van Volksgezondheid erkent dat er in de ziekteverzekering regels zijn die de psychische patiënt mogelijk slechter behandelen dan de patiënt met een lichamelijke aandoening. Minister Vandenbroucke wil dat het Riziv die discriminatieklacht samen met de SGGG nader onderzoekt.
Ook erkent hij dat er nog uitbreiding van de zorgcapaciteit nodig is en dat er nog vele unmet needs zijn. Overigens komt het er niet alleen op aan om louter de capaciteit te verhogen. Volgens de minister moeten ook andere vormen van behandeling ontwikkeld worden, naast de één-op-éénconsultaties, zoals groepstherapie, blended hulp (online en face-to-face), teleconsultaties, thuismonitoring.
Hij pleit ook voor ‘kruispunten’ waar mensen een gerichte verwijzing krijgen naar de meest gepaste hulp. In deze ‘vraagverheldering’ kunnen eerstelijnspsychologen een rol spelen.
Lees alle innovatieve oplossingen die de Staten-Generaal vooropstelt hier.