“Deze regering nam de best-casescenario’s van alle posten over om zo cijfermatig alles in evenwicht te brengen. Ik vrees dat dat niet zal kloppen met de realiteit”, klinkt een sceptische Roel Van Giel na een eerste voorlopige blik op de cijfers.
Enkele dingen vielen hem al op zoals het feit dat bij de proefprojecten de experimenten 1733 niet meer opgenomen zijn (4 miljoen). Als je dat bedrag weghaalt uit de begroting, wie betaalt het dan? Dat is me niet duidelijk.”
Wél opgevist is het bedrag voor artsen in gevaar, ter preventie van een burn-out (203 miljoen) dat eigenlijk al vorig jaar klaarlag.
Recent was er de soap met de maximumfactuur (MAF): het federale niveau zou vanaf volgend jaar in principe 8 miljoen besparen op die MAF omdat de factuur zou doorschuiven naar de deelstaten, maar omdat die niet klaar zijn, dokterde minister De Block in extremis een soort overgangsmaatregel uit: een overgangsjaar ‘met dubbele teller’ voor uitgaven op federaal en op deelstaatniveau. Zo wordt duidelijk wanneer welke niveau moet tussenkomen. Voor het statuut chronisch zieken wordt de overgangsperiode met één jaar verlengd. De deelstaten krijgen zo extra tijd om een eigen systeem uit te werken tegen 2021.
“Moeten we dat bedrag er federaal weer bijtellen en klopt dan de begroting?”, vraagt dr. Van Giel zich af.
Wat het akkoord zelf betreft, is de enige ‘onderhandelingsmarge’ nog de groeinorm en de index. Voor AADM blijven prioritair de accrediteringshervorming die het laatste anderhalf jaar stillag en de automatische gmd-verlenging waar er een consensus zou bestaan tussen de verzekeringsinstelllingen en de syndicaten (al neemt de Bvas hier een eigen initiatief volgens de jongste berichten). “Men zal ook vijf tot zes miljoen extra moeten vinden voor het wachtpostenbudget, alleen al voor de lopende aanvragen, en we willen naar meer gelijkheid tussen de artsenhonoraria”, herhaalt AADM nog.
> Lees ook: Bvas: herverdeel 19,5 miljoen ujit index naar automatische eGMD-verlenging