Eind vorig jaar keurde de medicomut een ontwerp-KB goed dat voorziet in een nieuwe reglementering voor de financiering van de syndicaten. Ook de toegang tot de syndicale verkiezingen wordt herbekeken. Er spelen twee criteria mee die gevoelig liggen voor het jonge syndicaat AADM: de vertegenwoordiging van beide taalgemeenschappen in het ledenbestand en de vertegenwoordiging van zowel huisartsen als specialisten. Medi-Sfeer legde een oor te luisteren bij Roel Van Giel, voorzitter van Domus Medica en vertegenwoordiger van AADM bij het Riziv.
Bvas en Kartel dwongen de nieuwe regeling af, omdat ze oordelen dat de komst van AADM in het syndicale landschap ongelijkheden schept. Volgens de betrokken syndicaten bestonden die ongelijkheden op twee vlakken: tweetalig versus eentalig werken, en zowel specialisten als huisartsen vertegenwoordigen versus huisartsen alleen.
Het nieuwe KB pikt als volgt op die bezwaren in:
- Toegang tot de syndicale verkiezingen: de drempel van 1.500 leden blijft gelden, maar minstens 10% van de leden moet afkomstig zijn uit de taalgemeenschap die in het ledenbestand het zwakst vertegenwoordigd is. En minstens 5% moet afkomstig zijn uit de zwakst vertegenwoordigde beroepsgroep (huisartsen versus specialisten). Deze regeling gaat nog niet in voor de verkiezingen van mei 2018. Ze wordt pas relevant voor de daaropvolgende verkiezingen.
- Financiering: ieder syndicaat krijgt een basisbedrag, plus een extra bedrag per uitgebrachte stem. Als een syndicaat voor één van de banken – huisartsen of specialisten – niet voldoende stemmen heeft om minstens één zetel te bemachtigen, dan wordt het basisbedrag gehalveerd. Bovendien wordt er geen extra financiering aangereikt voor de stemmen op de bank waarvoor geen zetel werd behaald. De nieuwe financiering gaat van kracht na de verkiezingen van mei 2018.
AADM: meer partijen om de kiezer te boeien
“Gedurende de voorbije 4 jaar hebben BVAS en Kartel meerdere keren geprobeerd om de criteria te laten veranderen”, zegt Roel Van Giel. “Het doel daarvan was duidelijk om het AADM niet meer mogelijk te maken aan de verkiezingen van 2018 deel te nemen. Wij waren begrijpelijkerwijze geen vragende partij voor deze verandering...”
“Toen men ons vroeg hoe wij de zaken zagen, hebben wij voorgesteld om de verkiezingen open te trekken. Wij hadden voorgesteld om als enig criterium nog een minimaal aantal leden te behouden en al de rest te laten vallen”, vervolgt hij. “Wij zouden graag zien dat meer organisaties zich kandidaat stellen. Een verkiezing moet immers over een keuze tussen visies gaan. Hoe meer visies, hoe beter de keuze die artsen kunnen maken. En hoe legitiemer de verkozenen zijn.”
“Het zou ook een optie zijn om misschien de interesse van de artsen voor de verkiezingen terug wat op te krikken. Wij zijn immers bezorgd over de dalende participatie aan de verkiezingen, die de representativiteit van de syndicaten vermindert. De drempels verlagen zodat meer organisaties kunnen deelnemen zou een nieuwe swing kunnen geven aan de verkiezingen.”
Een politieke eeuwigheid
Meer algemeen vindt men bij AADM dat het invoeren van allerlei voorwaarden om deel te nemen aan de verkiezingen een ondemocratisch gegeven is. “We hebben echter moeten merken dat zelfs in deze materie de andere twee syndicaten vooral hun eigen belang – macht en inkomsten – vooropzetten. Een pijnlijke vaststelling. Men blijft vastgeroest in oude patronen en wil verandering kost wat kost vermijden.”
“Algemeen zijn we tevreden dat er voor de verkiezingen van 2018 niets verandert. De nieuwe financiële regeling komt wel dicht bij, maar dat hadden we zelf voorgesteld. We zijn er vast van overtuigd dat we tegen 2022 aan de nieuwe criteria kunnen voldoen. Vier jaar is naar politieke normen een eeuwigheid.”