Nederlandse euthanasietestcase 'op kap van arts'

Het Nederlands openbaar ministerie beschuldigt voor het eerst een arts van moord in een euthanasiezaak sinds de euthanasiewet er werd aangenomen in 2002. Daarmee wil het OM meer duidelijkheid scheppen voor artsen over wanneer euthanasie wel of niet is toegestaan. De zaak gaat over een alzheimerpatiënte die op het moment van de feiten niet meer wilsbekwaam was.

Pleegt een arts een moord als zij euthanasie toepast op een patiënt die niet langer wilsbekwaam is, maar in het verleden wel een euthanasieverklaring heeft getekend? Die vraag staat centraal in een rechtszaak in het Nederlandse Den Haag tegen de 68-jarige verpleeghuisarts Catharina A. Zij beëindigde in april 2016 het leven van een 74-jarige alzheimerpatiënte, die een wilsverklaring had opgesteld toen ze nog helder was, maar bij haar alzheimer werd vastgesteld.

In haar wilsverklaring liet de patiënt noteren dat ze absoluut niet naar een verpleeghuis wilde en wilde sterven als ze ernstig zou dementeren. Maar door omstandigheden belandde ze toch in een verpleeghuis, omdat er thuis niet meer voor haar gezorgd kon worden. 

Het Openbaar Ministerie (OM) vindt dat A. moet worden veroordeeld voor moord, omdat ze de euthanasie niet heeft besproken met de zwaar dementerende vrouw. De arts zegt echter dat dat zinloos was geweest, omdat het brein van de patiënte was verwoest door alzheimer en ze niet meer rationeel kon denken. Daarmee heeft ze volgens het OM niet het leven van de vrouw beëindigd op verzoek, en geldt die euthanasie dus juridisch als moord.

Niet duidelijk

Toch vraagt het OM dan weer geen straf voor de vrouwelijke arts omdat ze gehandeld zou hebben met goede bedoelingen: ze handelde naar eer en geweten en de euthanasiewet is niet duidelijk over de precieze eisen die aan artsen worden gesteld. Een juridische evenwichtsoefening.

Het is de eerste keer sinds de euthanasiewet in 2002 in Nederland werd ingevoerd dat een arts zich voor de rechter moet verantwoorden. Daarmee wil het OM meer duidelijkheid scheppen voor artsen over wanneer euthanasie wel of niet is toegestaan. De advocaat van A. hekelde het OM daarover. "Het gaat niet aan om over de rug van een individuele arts jurisprudentie te verkrijgen." A. heeft volgens haar advocaat zeer zorgvuldig gehandeld en zou moeten worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Ongebruikelijk helder

De avond voor haar dood had de patiënte een ongebruikelijk helder moment. "Ik wil dood. Het is goed", zou ze tegen haar dochter en haar schoonzoon hebben gezegd. De dochter steunde in haar slachtofferverklaring de arts. "Het recht om aan deze martelende ziekte te ontkomen, mag niemand worden ontnomen. Ze heeft mijn moeder uit de geestelijke gevangenis gehaald waar ze zich heftig tegen verzette."

Volgens de Levenseindekliniek in Den Haag kon het OM niet anders dan A. moord ten laste te leggen. "Het is heftig en een drama voor deze arts, maar wel in lijn met hoe strafrecht in Nederland en de euthanasiewet zijn vormgegeven."

De uitspraak valt in principe op 11 september.

Lees ook: euthanasie: de evolutie (Ivo Uyttendaele)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.