De rigide houding over wachtposten bemoeilijkt onderhandelingen voor een nieuw akkoord artsen-ziekenfondsen, kondigt Bvas-voorzitter Philippe Devos aan. Hij stoort zich aan het feit dat volgens minister De Block ten laatste tegen juli 2021 de huisarts op een vaste wachtpost moet zitten. Als aanloop naar de vervanging van spoeddiensten door wachtposten?
Minister De Block houdt voet bij stuk, recent nog in de algmene pers. "Gedaan dus met huisartsen die vanuit hun eigen praktijk hun wachtdienst vervullen,” liet ze optekenen. Voor Bvas is het duidelijk: deze rigide houding van de minister zal de onderhandelingen voor een nieuw akkoord artsen-ziekenfondsen moeilijk maken.
Eind november had de BVAS per brief bij minister De Block bezwaar aangetekend tegen een ontwerp-KB dat bepaalt dat huisartsen in de toekomst hun permanentie uitsluitend nog kunnen organiseren in wachtposten, meer bepaald in erkende samenwerkingsverbanden van minimum drie huisartsenwachtposten voor minstens 300.000 inwoners.
De Bvas is niet gekant tegen het systeem van wachtposten, maar houdt vast aan het principe dat men huisartsen de vrije keuze moet laten om hun permanentie te organiseren op de manier die het best past bij hun geografische situatie en vooral ook het best is afgestemd op de noden van hun patiënten. Daarom moet het mogelijk zijn dat de wachtdienst hetzij in een wachtpost wordt vervuld, hetzij vanuit de praktijk van de huisarts van wacht.
"In tegenspraak met kwalliteitswet"
De Raad van Bestuur van de Bvas nam gisteren kennis van de onwrikbare houding van de minister. Daarin bevestigt ze dat ze haar ontwerpbesluit wil doordrukken. Met haar ontwerp van KB wil de minister een deel van de ‘wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg’ uitvoeren. Maar de Bvas kan alleen maar vaststellen dat het ontwerpbesluit in flagrante tegenspraak is met deze ‘kwaliteitswet’ zelf, die huisartsen de vrijheid laat inzake samenwerkingsverbanden voor de medische permanentie.
Het valt de Bvas op dat minister De Block op geen enkele manier aantoont dat het ene systeem van permanentie meer kwaliteit van zorg zou bieden dan het andere. Wat voor de Bvas wel vaststaat, is dat een verplicht systeem van wachtposten meer geld zal kosten, alleen al door de constructie of aankoop van gebouwen die ermee gepaard gaat.
De Bvas vermoedt ten slotte dat er een verband is tussen het voornemen van de minister om over het hele grondgebied huisartsenwachtposten op te richten en haar plannen om een groot aantal spoeddiensten in ziekenhuizen te sluiten. "Als de minister spoeddiensten wil vervangen door huisartsenwachtposten, dan moet ze de politieke moed hebben om dit aan de bevolking uit te leggen en de huisartsenkringen verwittigen opdat ze hun wachtdienst in functie hiervan organiseren."