In de zaak van de euthanasie van Tine Nys in 2010, waarbij gisteren gepleit werd over de procedure in het nieuwe proces tegen de uitvoerende arts, zal de rechtbank op 9 maart uitspraak doen over haar bevoegdheid. Cassatie oordeelde eerder dat de correctionele rechtbank moet beslissen of de arts veroordeeld moet worden tot het betalen van een schadevergoeding.
De 38-jarige Tine Nys kreeg op 27 april 2010 euthanasie op basis van psychisch lijden. De raadkamer in Dendermonde oordeelde in 2016 om de drie betrokken artsen buiten vervolging te stellen, maar de burgerlijke partij ging daartegen in beroep.
Het parket-generaal vroeg daarna ook de verwijzing en de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling besloot uiteindelijk eind 2018 om de drie artsen te verwijzen naar het Gentse hof van assisen voor vergiftiging.
Het was de eerste keer dat artsen zich daarvoor moesten verantwoorden sinds de inwerkingtreding van de euthanasiewet in 2002. Volgens het openbaar ministerie werden de voorwaarden van de euthanasiewet niet nageleefd. Joris Van Hove gaf Tine Nys de dodelijke inspuiting en moest zich verantwoorden als uitvoerende arts.
Het hof van assisen had in de nacht van 30 op 31 januari 2020 de drie artsen vrijgesproken. Het openbaar ministerie besliste om geen eis tot cassatie in te stellen, wat betekende dat de strafrechtelijke vrijspraak van de artsen niet meer ongedaan kon gemaakt worden.
De burgerlijke partij, de familie van Tine Nys, had wel cassatieberoep aangetekend. Cassatie besliste in september dat er een nieuw proces moest komen voor dokter Van Hove, omdat zijn vrijspraak onvoldoende gemotiveerd werd.