Het congres Orthopaedica Belgica heeft dit jaar ook een programma voor de huisartsen in petto. Dat heeft te maken met een gedeeltelijke verschuiving van de orthopedische zorg vanuit het ziekenhuis naar de eerste lijn. Een trend die nu al aan de gang is, maar in de toekomst alleen maar duidelijker zal worden.
De huidige ziekenhuisfinanciering biedt krachtige incentives om zorg vanuit het ziekenhuis naar de eerste lijn te verschuiven. Het is duidelijk dat ze aanzet tot een minimaal aantal ligdagen. Maar de nieuwe ziekenhuisfinanciering zal dat waarschijnlijk niet ten goede keren.
In de nieuwe financiering maakt men onderscheid tussen laag-, medium- en hoogvariabele zorg. Interventies die weinig complex zijn en daardoor een relatief goed voorspelbaar verloop kennen, krijgen financiering onder de noemer ‘laagvariabele zorg’: ieder ziekenhuis krijgt hiervoor eenzelfde, vooraf vastgelegd bedrag. In het forfait zitten alle kosten, zoals het honorarium van de artsen, de verblijfskosten, enzovoort. Om met het forfait rond te komen, is het voor het ziekenhuis belangrijk de kosten zo laag mogelijk te houden, incluis de uitgaven voor de ligdagen.
Kortom, patiënten komen na een orthopedische ingreep tegenwoordig vroeger naar huis, vanwaar de noodzaak om een deel van de zorg in de eerste lijn te organiseren. “Daarom willen we een korte lijn met de eerstelijnszorg”, aldus prof. Guy Molenaers, diensthoofd orthopedie aan het UZ Leuven, voorzitter van de BVOT (Belgische Vereniging voor Orthopedie en Traumatologie) en medeorganisator van het congres. “We willen de eerste lijn informeren over onze werkwijze, zodat ze zich kan organiseren om aansluitend de zorg aan huis voort te zetten.”
Meer werk voor de huisarts, daar moet toch een vergoeding tegenover staan? Guy Molenaers betwijfelt het geen ogenblik. “Net daarom willen we dat specialisten en huisartsen de handen in elkaar slaan. Ons congres heet dan ook The Orthopaedic Patient: Who Cares?, met als ondertitel Stronger Together.”
“Ik wil erop wijzen dat huisartsen aan het woord komen op ons congres. We willen de zorg voor de orthopedische patiënt immers door middel van overleg tussen beide lijnen opzetten. Op de eerste dag (donderdag, 3 mei) wordt één van de lezingen in het huisartsprogramma verzorgd door Birgitte Schoenmakers en Patrik Vankrunkelsven. Overigens hebben we voor het samenstellen van het programma rekening gehouden met een peiling van de twee sprekers bij hun collega’s. En voor iedere sessie hebben we een huisarts als co-chairman uitgenodigd. Daarnaast wordt iedere sessie afgesloten met een Q&A-moment, zodat we reacties vanuit de zaal kunnen sprokkelen.”
En ten slotte: zowel minister De Block als minister Vandeurzen is van de partij, zodat het gehoor een beeld krijgt van hoe het beleid deze situatie wil aanpakken.
Het congres The Orthopaedic Patient: Who Cares? (Orthopaedica Belgica) vindt plaats op 3 en 4 mei, op de centraal gelegen locatie van Square Brussels. Naast het programma waar men in principe de huisartsen verwacht (en dat de twee volle dagen in beslag neemt), zijn er gelijklopend specialistische sessies specifiek gewijd aan onderdelen van de orthopedie, zoals chirurgie van de heup, knie, rug enzovoort.
Wanneer? 3 en 4 mei.
Waar? Square Brussels, Kunstberg, 1000 Brussel.
Meer info: klik hier.
Programma en inschrijvingen: klik hier.
Lees meer in onze krant van 29 maart.
Zie ook: 'Erratum'