De federale regering maakt 10 miljoen euro extra vrij om eetstoornissen bij jongeren en jongvolwassenen aan te pakken. Dat heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) maandag bekendgemaakt. Het gaat om een volledig zorgtraject, waarbij ook de omgeving van de jongeren wordt begeleid en ondersteund. Midden volgend jaar moet het volledig op de rails staan.
In maart 2021 peilde Sciensano voor het eerst sinds de coronacrisis naar symptomen van eetstoornissen. In vergelijking met zowel 2013 (8 procent) als 2018 (7 procent) was er een stijging in het percentage (11 procent) van mensen boven de 18 jaar die risico lopen om eetstoornissen te ontwikkelen. Voor de leeftijdsgroep tussen 15 en 25 jaar ligt het percentage hoger. Zo zou volgens Eetexpert Vlaanderen ongeveer 1 op de 5 jongeren eetproblemen hebben.
In eerste instantie kwam er daarom extra capaciteit bij, door de pediatriediensten in ziekenhuizen te versterken met zogenoemde liaisonteams, komende vanuit de kinderpsychiatrische diensten. Dankzij deze teams was het mogelijk om kinderen in de pediatrie te verzorgen, al dan niet in afwachting van een opname op een kinderpsychiatrie.
Intussen sloegen de federale overheid en de deelstaten de handen in elkaar om een zorgtraject te ontwikkelen voor jongeren en jongvolwassenen met eetstoornissen. De federale overheid maakt daar 10 miljoen euro extra voor vrij. Daarbij is sprake van een multidisciplinair team, met onder meer diëtisten en psychologen, waarbij ook begeleiding en ondersteuning is voorzien voor de omgeving van de jongere, dus ook voor de ouders.
Daarnaast komt er een betere opvolging door pediaters voor de behandeling van gehospitaliseerde kinderen en jongeren met eetstoornissen. Daarvoor is 602.000 euro voorzien. Naast een toename in frequentie van het aantal jongeren met eetstoornissen wordt er immers ook een toename in de ernst van de pathologie gezien. De patiënten worden gehospitaliseerd met reeds vergevorderde, ernstige somatische problematiek zoals cachexie en elektrolietstoornissen.
De kinderpsychiater rekent bijgevolg op de expertise van de kinderarts voor de opvolging van de somatische stoornissen. Probleem is dat de pediater vandaag maar een keer per maand daarvoor een consultatie kan aanrekenen. Dat wordt verhoogd tot twee keer week, op voorschrift van de psychiater, en dat voor jongeren tot 18 jaar die gehospitaliseerd zijn op een afdeling voor eetstoornissen.