Het honorarium voor teleconsultaties mag dan al tijdelijk op 0 gezet zijn voor geconventioneerde artsen, honoraria voor videoconsultaties blijft het Riziv vergoeden. Een overzicht.
Sinds 15 februari 2025 staat het honorarium tijdelijk op 0 euro. Daarover vloeide al heel wat inkt. Een geconventioneerde arts mag een telefonische raadpleging dus niet aanrekenen, noch aan de ziekteverzekering, noch aan zijn patiënten. Een niet-geconventioneerde arts heeft het recht om dit in de vorm van een ereloonsupplement aan bepaalde patiënten aan te rekenen, aldus het Riziv. Hij heeft het recht om de patiënt te factureren in de vorm van een extra vergoeding, als de patiënt niet beschikt over een automatisch recht op de verhoogde tegemoetkoming “voordelen” (“VT-voordelen”).
Een werkgroep bekijkt hoe deze telefonische raadplegingen optimaler georganiseerd kunnen worden, en in de toekomst weer vergoed en terugbetalen kunnen worden.
"We blijven intussen honoraria voor videoconsultaties vergoeden en terugbetalen aan patiënten", legt het Riziv verder uit. Wat die raadplegingen op afstand betreft, welke raadplegingen komen in aanmerking voor terugbetaling?
-
raadplegingen bij een arts waarmee de patiënt al een behandelrelatie heeft. Dat wil zeggen:
-
ofwel bij de arts die het globaal medisch dossier beheert (of een andere arts van deze praktijk)
-
ofwel indien er in het lopend kalenderjaar of in ten minste één van de twee kalenderjaren voorafgaand aan de raadpleging op afstand een fysieke raadpleging heeft plaatsgevonden.
-
-
raadplegingen bij een doorverwijzing door de arts naar een arts-specialist. De specialist moet in het verslag van de raadpleging de doorverwijzende arts vermelden.
-
raadplegingen in het kader van een georganiseerde huisartsenwachtdienst
Een raadpleging op afstand kan enkel gebeuren op aanvraag van de patiënt en na akkoord van de arts. De arts moet ook toegang hebben tot het patiëntendossier tijdens de raadpleging op afstand.
Opgelet: Huisartsen werkzaam in medische huizen mogen geen raadplegingen op afstand attesteren bij ingeschreven patiënten. Huisartsenwachtposten mogen daarentegen wel raadplegingen op afstand attesteren bij patiënten ingeschreven in een medisch huis.
Voor videoconsultaties betalen patiënten een deel van het bedrag zelf (het persoonlijk aandeel of ‘remgeld’).
De derdebetalersregeling wordt verplicht toegepast.
Hier zijn de vergoedingen, de bedragen die de patiënt moet betalen en de codes die u als arts moet gebruiken om te factureren voor deze videoconsultaties:
Nomenclatuurcode | Omschrijving | Honorarium | Persoonlijk aandeel rechthebbenden met VT | Persoonlijk aandeel rechthebbenden zonder VT |
101673 | Videoraadpleging door een huisarts | Nomensoft 101673 | 1 euro | 4 euro |
101695 | Videoraadpleging door een arts-specialist | Nomensoft 101695 | 1 euro | 4 euro |
101710 | Videoraadpleging door huisarts op basis van verworven rechten of houder van het artsendiploma | Nomensoft 101710 | 1 euro | 3,5 euro |
Daarnaast is er ook zorg geleverd door (neuro)psychiaters en kinderneurologen en zijn er codes om die zorg te factureren.
Lees ook:
> Frank Vandenbroucke: “Een teleconsultatie is niet gewoon een telefoontje.”
> Specialisten rekenen 8% van de teleconsultaties aan, huisartsen de overige 92%
> Teleconsultatie: het ene 'advies' is het andere niet
> Domus Medica zal achterban samenroepen over teleconsultaties