In de eerste twee weken van maart zitten de besmettingscijfers bij leerlingen en onderwijspersoneel in stijgende lijn. Dat blijkt uit het contactonderzoek van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB's). De stijging valt vooral op in lagere scholen.
In de periode tussen maandag 1 maart en zondag 14 maart werd er bij 4.498 leerlingen (0,38 pct) en 432 onderwijspersoneelsleden (0,26 pct) een positieve COVID-test afgenomen. Exact 18.646 leerlingen (1,56 pct) en 327 personeelsleden (0,20 pct) werden in quarantaine geplaatst.
Het gaat om een sterke stijging tegenover de laatste twee weken van februari. Toen testten 3.553 leerlingen en 230 onderwijspersoneelsleden positief en moesten 7.072 leerlingen en 146 personeelsleden in quarantaine.
De stijging is het sterkst in de lagere scholen, blijkt uit het contactonderzoek van de CLB's.
Minister van Onderwijs Ben Weyts benadrukt dat scholen "niet de motor van de besmettingen" zijn. Toch besliste hij samen met de onderwijspartners om extra maatregelen te nemen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Zo moeten leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar basisonderwijs zeker tot aan de paasvakantie een mondmasker dragen en wordt het voltijds contactonderwijs voor de tweede graad secundair onderwijs uitgesteld tot na de paasvakantie.
