De jongste medicomut besliste om een hele resem nomenclatuurnummers aan te passen. Het belangrijkste is wellicht dat van voorafgaande zorgplanning bij een palliatieve patiënt. Als je het zorgplan opmaakt bij die patiënt als gmd-houdende huisarts, wordt dat het nomenclatuurnummer dat eenmalig gebruikt kan worden.
Dat nomenclatuurnummer moest eigenlijk al ingevoerd worden tijdens de legislatuur van Maggie De Block. "Eigenlijk gaat het om een palliatief plan", meent ASGB-voorzitter Reinier Hueting, "maar goed."
"Het statuut van de palliatieve patiënt wordt bepaald met de PICT-schaal die nog moet worden aangepast en gecommuniceerd", legt hij uit.
Een struikelblok was bij de invoering dat het nummer beschikbaar moet zijn voor iedereen die met patiënten te maken krijgt. "Dus ook voor de arts met wacht bijvoorbeeld, of de spoed op zaterdagavond, maar dat is niet evident want elektronisch moeilijk, het dient in de kluis geparkeerd te worden. De vergoeding bedraagt 90 euro, het gaat dan ook niet enkel om een keer het zorgplan opmaken. Dat moet immers ook aangepast en bijgehouden worden."
"Het gaat dus de goede richting uit voor de voorafgaande zorgplanning, maar ik hoop dat we ooit tot een échte planning komen."
Wat die LEIF-artsen betreft, is er ook nog werk aan de winkel, signaleert dokter Hueting. "Er is voor hen niets voorzien in de begroting. De vergoeding 'advies bij euthanasievraag' bestaat, maar is erg ingewikkeld: je moet er op een lijst voor komen, goedgekeurd door een consortium voor komen, en dan nog. Probleem is dat in artikel 56 (proefprojecten) waaronder we nu vallen, alles gebaseerd is op aantallen adviezen van zoveel jaren geleden, en het budget jarenlang niet is aangepast terwijl er inmiddels zoveel meer adviezen zijn. De spoeling wordt zo dus erg dun."
"Enkele jaren geleden was dat potje weliswaar al verhoogd, maar die verhoging compenseerde enkel de put die voordien gegraven was door het te lage budget. We hollen dus nog steeds achter de feiten aan, wat ik signaleerde aan medicomut-voorzitter Jo De Cock. Hij zou er wat aan doen en ermee bezig zijn, waarna hij me zou telefoneren, maar ik wacht nog steeds op zijn telefoontje."