Het interuniversitair (Antwerpen, Gent en Leuven) onderzoek naar SARS-CoV-2 seroprevalentie bij huisartsen en andere zorgverleners in hun praktijk (met steun van DomusMedica, Sciensano en RECOVER) kent een massale respons. Een van de initiatiefnemers, Prof. dr. Samuel Coenen, merkt dat dit een schot in de roos is.

“Dit onderzoek zal belangrijke antwoorden opleveren”, klinken de onderzoekers overtuigd. Kort na hun oproep zaten ze al aan 200 huisartsen, begin deze week ging het naar 400 en nu klokken ze al af op meer dan 700.
Huisartsen en hun medewerkers verzorgen de meeste covid-19 en andere patiënten en verlichten de druk op de ziekenhuizen. Hun capaciteit veilig stellen tijdens uitbraken is levensbelangrijk, maar gegevens ontbreken over

1. het aantal geïnfecteerde of zieke huisartsen en andere zorgverleners in hun praktijk,

2. hoe snel ze uitvallen,

3. of ze symptomen hebben,

4. wat hun risicofactoren zijn en

5. wat de effectiviteit is van beschermende maatregelen om te voorkomen dat ze ziek worden. Deze vragen vereisen snel antwoord om de beleidsmakers te informeren.

Daarom vroegen de onderzoekers financiële steun voor hun project. Die kwam er snel via het bijzonder onderzoeksfonds. Bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek vingen ze dan weer bot aanvankelijk, maar ze vonden een alternatief via een aparte kandidatuur. Ook het RECOVER-project van Prof. Herman Goossens verleent steun bij de analyse van de gegevens en dat geldt eveneens voor het team-Jeroen Lammertyn (KU Leuven). 

Wetenschappelijke steun komt nog aanwaaien van Sciensano en praktische steun van Domus Medica.
 
Representatieve steekproef
“We rekruteren momenteel volop huisartsen voor een eerste meting na afloop van de eerste golf van de coronapandemie in ons land, maar nog voor de zomervakantie”, legt prof. Samuel Coenen (UAntwerpen) uit. “Vervolgens zullen we na de zomervakantie opnieuw en dan regelmatig metingen doen om het aantal nieuwe gevallen van SARS-CoV-2-infectie en COVID-19 na te gaan sinds de vorige meting.”
 
Het is de bedoeling dat een voor de Vlaamse huisartspraktijk representatieve steekproef deelneemt aan dit onderzoek, met andere woorden een goede mix van huisartsen uit solo- en groepspraktijken, stedelijk en landelijk gelegen, met of zonder andere zorgverleners in de praktijk, oudere en jongere, mannelijke en vrouwelijke huisartsen uit heel Vlaanderen. Beslissen om deel te nemen, mag daarom ook niet afhangen van het al dan niet reeds getest zijn of het testresultaat.
 
Via vingerprik
De deelnemende huisartsen en hun medewerkers zullen voor elke meting bij zichzelf een vingerprik bloedstaal nemen op een bloedkaartje, zoals bv. gebruikt voor de hielprik bij pasgeborenen en in internationaal onderzoek naar transmissie van het coronavirus binnen huishoudens. Ze zullen dan ook meteen een korte vragenlijst invullen (in totaal op maximaal 11 tijdstippen, afhankelijk van de evolutie van de uitbraak). Zo kunnen de onderzoekers de effectiviteit nagaan van de preventieve maatregelen tegen SARS-CoV-2-infectie en wat het aandeel van asymptomatische gevallen was, ook onder de nieuwe gevallen die zich tijdens de follow-up voordoen.

Ten slotte zullen ze ook de (gevoeligheid van) de serologische testen valideren, gebruik makend van traditionele, maar ook van digitale ELISA. Dat zowel vertrekkend van de traditionele bloedkaart en een speciaal ontwikkelde methode om een nog beter gedoseerde gedroogde bloeddruppel te verkrijgen, met nog minder risico op besmetting en eenvoudig in gebruik. Er is immers grote nood aan accurate (gevoelige!) testen van de immuunrespons.