Op 9 december 2022 werd het nieuwe Besluit van de Vlaamse Regering ‘tot ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders en de interdisciplinaire samenwerking in de praktijkvoering’ definitief goedgekeurd, zoals we al meldden. Wat houdt deze impulseovariant precies in? Hij lijkt sterk op een verlengstuk van de fel gecontesteerde afschaffing een jaar geleden.

De Vlaamse regering volgt een bizarre politiek inzake Impulseo, de ondersteuningsprogramma's voor startende en gevestigde huisartsen. Onlangs keurde ze het besluit goed dat een nieuwe Impulseovorm activeerde. Een jaar geleden, onder Wouter Beke, schafte ze de toen geldende Impulseoregeling af tot groot ongenoegen van het werkveld.

Maar de agenda wordt meer en meer duidelijk. Het besluit 'voegt specifieke accenten toe om interdisciplinaire samenwerking te stimuleren en zorgcapaciteit te 'optimaliseren', heet het. Daarmee wordt duidelijk vanwaar de wind waait.

Blijkbaar speelt achterliggend ook dat de 'belangrijke rol' binnen de zorgraden van de eerstelijnszone versterkt moet worden. Zorgraden die tot nu toe op flink wat kritiek stuitten binnen het werkveld.

Een andere drijfveer is dat de overheid zo impact wil krijgen op de gegevens binnen de Vlaamse huisartsenpraktijken.

Bij de afschaffing van Impulseo vorig jaar logen de reacties er nochtans niet om. We frissen even uw geheugen op.

“De Vlaamse regering miskent de kleinschalige huisartsenpraktijk” reageerde toenmalig Bvas-ondervoorzitter Scheveneels op de schrapping van de vestigingspremie voor startende huisartsen en die van de subsidie telesecretariaat. Die laatste subsidie was vooral interessant voor solo-en duopraktijken.

“Een dolk in de rug van de huisarts”, meende dr. Joke Barzeele. “Net nu we zo hard onder druk staan om alle covidtelefoons te beantwoorden, gebeurt dit. Mijn telesecretariaat is goud waard om de telefoons te stroomlijnen!” 

Lot bezegeld

De hervorming van Impulseo is volledig op maat van grote en multidisciplinaire eerstelijnspraktijken getekend. De Vlaamse regering bezegelt zo het lot van de kleinschalige huisartsenpraktijken, analyseerde de Bvas.

Artsentekort?

Miguel Derijcke uit Ronse merkte een jaar gelden fijntjes op dat we het ook anders kunnen stellen: “Er is geen tekort aan artsen, wel een tekort aan praktijken: een solopraktijk wordt ingenomen door 2,5 hyperopgeleide artsen plus administratieve hulp, de facto minder praktijken verspreid over het land...  Conclusie: “Je moet ‘genieten’ van een ijzersterke gezondheid en een ijzeren wil om als solo-praktijkbeoefenaar de administratieve kommaneukerij te overleven.

Oudgediende Rufij Baeke (Kaprijke), intussen geruime tijd gepensioneerd maar met een rijke syndicale carrière achter de rug, riep op tot krachtig verzet. “Toen ik actief was bij het Vlaams ArtsenSyndicaat als beheerder en voorzitter en ook binnen het Syndicaat Vlaamse Huisartsen, stond vrije keuze van praktijkvorm voorop: laat dat zo blijven."

In Steendorp runt dokter Evelien Bernaers een duopraktijk en ook zij drukte op het belang van de vrije keuze: “Niet elke arts kiest ervoor om solo-duo te blijven, wegens het schrijnende tekort raken vacatures amper ingevuld. Mensen die dus genoodzaakt zijn om alles alleen of met twee te rooien worden zo verder in de put geduwd.

Dubbele tong

De Gentse huisarts Christian De Mild zag in de respectloze discriminatie van de kleinschalige huisartsenpraktijken een bewijs van het feit dat de Vlaamse regering weer met een dubbele tong spreekt: een zielige evolutie, meende hij.

En dat terwijl men intussen vanuit de overheid steeds bij hoog en bij laag beweert dat het iedereen vrij staat om zijn of haar eigen praktijkvorm te kiezen.

Wat er ook van zij: de nieuwe regeling die er nu uiteindelijk is, doet eigenlijk principieel hetzelfde als de oude maar duwt u dus richting multidisciplinair model.

Een startende erkende huisarts komt in aanmerking voor een renteloze lening van 35.000 euro voor het uitbouwen van de praktijk. Daarbovenop kunt u 10.000 euro renteloos lenen mits respect voor enkele extra voorwaarden rond samenwerking met een praktijkverpleegkundige of praktijkondersteuner. Iets wat natuurlijk een stuk makkelijker loopt in een grote praktijk.

Voor multidisciplinaire praktijkvormen werd een specifieke subsidie in het leven geroepen van 7.400 euro, aan te wenden voor de loonkost van één of meerdere extra medewerkers: een praktijkondersteuner of een praktijkverpleegkundige. Dan moet er wel sprake zijn van minimaal  13u praktijkondersteuning. Let wel: de praktijkondersteuner of verpleegkundige is aan de praktijk verbonden met een arbeidsovereenkomst, het kan dus niet gaan om zelfstandigen of iemand met een contract verbonden aan een thuisverpleegkundigenorganisatie.

Op een opleidingspremie van 800 euro kunt u aanspraak maken als u investeert in de versterking van de competenties van de praktijkondersteuner of -verpleegkundige of zogenaamde 'samenwerkingscompetenties.'

Telesecretariaat

Een andere optie is: investeren in een telesecretariaat, waarvoor u een potje van 3.400 euro kunt aanspreken, enkel aan te vragen door beginners voor maximaal vijf opeenvolgende jaren.

Voor bestaande praktijken voorziet de nieuwe wet in een uitdoofscenario.

Niet dat alles morgen al kan starten, want de uitvoeringsbesluiten moeten nog geconcretiseerd worden via het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Dat betekent nieuwe aanvraagformulieren opstellen en een heleboel andere administratie (bewijs van kosten, overzicht opleidingen praktijkondersteuners...) in het leven roepen. Hopelijk houdt die regeling het KISS principe in ere: keep it simple and stupid.

Begin volgend jaar wordt u hierover bijkomend geïnformeerd via allerhande steunpunten.