Ieder heeft duidelijk zijn mening over de forfaitair werkende praktijken en het licht dat de recente audit daarop werpt. AADM trekt de kaart van het pluralisme.
AADM wil vooral oog hebben voor de kwaliteit van het werk van de arts, in plaats van de praktijkvorm waarbinnen hij/zij actief is. Zo klinkt het in een communiqué.
AADM haalt uit het rapport van KPMG argumenten in het voordeel van de forfaitair werkende praktijken: “[…] Daarnaast bevestigt de audit de stelling die de Alliantie Artsenbelang-Domus Medica (AADM) altijd verkondigd heeft. De forfaitaire praktijken zijn complementair aan de niet-forfaitaire praktijken. Zij hebben een plaats in het gezondheidszorglandschap en bieden een antwoord op een maatschappelijke vraag. Uit de audit blijkt duidelijk dat de meeste medische huizen toegankelijk en laagdrempelig zijn. Ze bevinden zich dikwijls in een kansarm en huisartsarm gebied en er wordt intens samengewerkt met andere disciplines. De patiëntenpopulatie van een medisch huis bevat gemiddeld 42% patiënten met een verhoogde tegemoetkoming en meer patiënten die in kansarmoede leven. Daarnaast haalt de audit ook aan dat medische huizen dikwijls liggen in een gebied met een anderstalige populatie.”
Misbruiken, vraagt AADM zich af? Hoewel het syndicaat denkt dat vele collega’s die voor het forfaitaire systeem kiezen uit diepe overtuiging dat dit in het voordeel van de patiënt werkt, denkt AADM toch: “Jammer genoeg kan het systeem ook misbruikt worden door artsen die er enkel van willen profiteren.” Maar: “Misbruiken die we ook zien in het prestatiegebonden financieringssysteem.” Het syndicaat vindt daarom dat het ook interessant zou zijn om voor het prestatiegebonden systeem een gelijkaardige audit uit te voeren.