Aantal gezondheidsmedewerkers met antistoffen aanzienlijk gestegen

Eind februari had 64 procent van de gezondheidsmedewerkers antilichamen tegen het coronavirus. Dat blijkt uit een nieuwe studie bij zorgpersoneel van gezondheidsinstituut Sciensano. De stijging is vooral te danken aan de vaccinatiecampagne.

Om de vorderingen omtrent groepsimmuniteit na te gaan, worden op regelmatige tijdstippen bloedafnames gedaan bij onder meer zorgmedewerkers. Tussen april en september 2020 lag het percentage gezondheidswerkers met antistoffen op 8 à 9 procent. In navolging van de tweede golf steeg dat eind januari tot 24 procent.

Begin dit jaar startte de vaccinatiecampagne bij de gezondheidsmedewerkers. Daardoor steeg het percentage met antistoffen aanzienlijk tot 64 procent eind februari, toen zowat 80 procent van de gezondheidsmedewerkers al deels gevaccineerd was.

Zowat een kwart van de deelnemende gezondheidsmedewerkers had na vaccinatie nog geen antistoffen. Dat kan verklaard worden omdat bij het merendeel van hen het bloed werd afgenomen zes dagen na de eerste prik. Die periode is te kort om reeds antistoffen te mogen verwachten. Sciensano benadrukt dan ook dat we het effect van de volledige vaccinatiecampagne pas kunnen meten bij een latere bloedafname.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.