Twee kamerleden van Défi, de partij van stichter en Vlamingenhater Olivier Maingain, dienden een wetsvoorstel in om de contingentering af te schaffen. Het gaat om Sophie Rohonyi en huidig Défi-voorzitter François De Smet.
Hun argumentatie: “Contingentering is alleen zinvol wanneer ons land over te veel zorgverstrekkers zou beschikken. Bij de aanpak van de door covid-19 veroorzaakte gezondheidscrisis is echter gebleken dat een aantal studies en deskundigen terecht hebben gewaarschuwd voor de huidige realiteit: ons land kampt in het veld met een tekort aan artsen.”
Te veel artsen niet gelinkt aan meer kosten
Ze betwisten dat het aantal artsen verband houdt met de kosten van de geneeskunde: “Dat is nooit onomstotelijk aangetoond. Uit onderzoek blijkt daarentegen wél dat er een correlatie is tussen een ontoereikend aantal artsen en de kosten van het gezondheidszorgsysteem: wanneer het aantal artsen daalt, kan het aantal zieken toenemen, waardoor die kosten – met inbegrip van de kosten door werkverzuim – onrustbarend kunnen stijgen.”
Ook de verdeelsleutel voor de contingentering (quota Riziv-nummers) is volgens hen niet echt onderbouwd, arbitrair en niet doeltreffend.
Volgens hen zou Wallonië kampen met een tekort van zowat 190 huisartsen. Brussel is er nog niet zo erg aan toe, maar door de vergrijzing zal dat niet lang meer zo blijven. “Ook in Vlaanderen zorgt de contingentering voor problemen. Dat blijkt uit het feit dat de Vlaamse regering in december 2019 heeft beslist 1.276 studenten geneeskunde en 180 studenten tandheelkunde toestemming te geven om hun universitaire opleiding in Vlaanderen aan te vatten. In beide gevallen overschrijden die aantallen de door de federale regering vastgelegde quota. Volgens Vlaams minister van Onderwijs Weyts (N-VA) zijn die quota immers te laag om de Vlaamse zorgnoden te lenigen. Er is ook een tekort aan bepaalde specialisten, zoals neurologen, pediaters, geriaters en spoedartsen.”
Beide kamerleden verwijzen verder naar Oesocijfers. Die gaven voor het aantal in België praktijkvoerende artsen in 2017 aan dat het ging om 3,1 artsen per 1.000 inwoners (ruim onder het EU-gemiddelde van 3,6 per 1.000 inwoners). Ook stipt het rapport aan dat vandaag ongeveer 45% van de artsen ouder dan 55 jaar is, wat voor een groeiend tekort de komende jaren doet vrezen. “Voor de Belgische waarnemers is er niets nieuws onder de zon, maar het is wel opmerkelijk dat ook de internationale waarnemers versteld staan”, luidt hun reactie. Verder verwijzen ze naar de ongelijke kansen van onze geneeskundestudenten op een diplom en een Rizivnummer, vergeleken met bijvoorbeeld voor wie een diploma haalt in Roemenië en hier wil komen werken.
Kadaster kan blijven
De afschaffing van de federale contingentering is niet in tegenspraak met de noodzaak om een dynamisch nationaal kadaster te handhaven, vinden ze.
De evolutie van de artsen per specialisme moet blijvend worden opgevolgd, opdat de gemeenschappen initiatieven kunnen nemen om bepaalde tekorten weg te werken, bijvoorbeeld om de vestiging van huisartsen in bepaalde medische zones te ondersteunen, of nog om de keuze voor bepaalde richtingen (bijvoorbeeld geriatrie) aan te moedigen ingeval objectief een tekort wordt vastgesteld. De betrokken beleidsmakers moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de noden ter zake te lenigen. Om al die redenen moet volgens de indieners van dit wetsvoorstel in de medische behoeften worden voorzien zonder dat daarvoor een contingentering vereist is.
> Lees ook: "Wanneer correcte verdeling aantal artsen in België?" (Marc Moens)