De federale regering is niet langer van plan om CO2-meters of luchtkwaliteitslabels te verplichten in horeca, sport en cultuur. Dat is afgesproken binnen het kernkabinet. De regering verkiest een aanpak op basis van vrijwilligheid.

Sinds de coronapandemie is er veel meer aandacht voor de binnenluchtkwaliteit, zeker op plaatsen waar veel mensen bijeenkomen zoals de horeca en de cultuur- of sportsector.

De regering was daarom van plan om een aantal maatregelen die in de coronaperiode hun intrede deden - opnieuw - te verplichten. Zo zouden zaken van een zekere omvang onder meer een CO2-meter moeten installeren, een ventilatieplan opstellen en een luchtkwaliteitslabel uithangen. Het wetgevend kader werd eind 2022 gestemd in het parlement, maar concrete verplichtingen hingen daar nog niet aan vast. Die zouden pas later worden ingevoerd. 

De regering stapt daar nu echter van af, kondigde minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) aan na afloop van een bijeenkomst van het kernkabinet. "Dat moeilijke debat laten we rusten", zei hij. 

De regering wil wel "werken op basis van vrijwilligheid" en zich daarbij op alle sectoren richten. De overheid wil een ondersteunende en sensibiliserende rol spelen.

De beslissing staat vandaag ook op de agenda van de ministerraad, en krijgt ook daar normaal gezien groen licht.

Maar de minister wil "het initiatief niet laten stilvallen", klinkt het ook, want "er is immers veel draagvlak op het terrein". Door ondernemingen in alle sectoren te ondersteunen en sensibiliseren hoopt hij "het draagvlak te behouden" en vrijwillige maatregelen voor de binnenluchtkwaliteit aan te moedigen. "Goede, verse binnenlucht is zo ontzettend belangrijk. Goede binnenlucht weert niet alleen verschillende virussen. Het is goed voor de gezondheid. Je voelt je simpelweg fitter."

De beslissing staat vrijdag/vandaag ook op de agenda van de ministerraad, en krijgt ook daar normaal gezien groen licht.