Er sterven jaarlijks minstens 239.000 Europeanen door de gezondheidseffecten van fijnstof. In ons land gaat het om meer dan 4.000 doden. Desondanks neemt de blootstelling aan schadelijke luchtvervuiling af. Dat meldt het Europese milieuagentschap.
In de Europese Unie gingen vanaf dinsdag nieuwe bindende doelen in op het vlak van luchtvervuiling, in lijn met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Net daarom presenteert het Europese milieuagentschap een lijvig rapport over de gezondheidsimpact van onder meer fijnstof.
De cijfers liegen er niet om: jaarlijks sterven er in de EU zo'n 239.000 mensen aan de gevolgen van fijnstof, nog eens 70.000 Europeanen door te hoge ozonconcentraties en bovendien 48.000 personen aan stikstofvervuiling. In ons land gaat het om 4.100 doden door fijnstof, 1.400 door ozon en 1.200 door stikstof. Zo verhoogt blootstelling aan fijnstof bijvoorbeeld het risico op hartziekten en is er een link tussen diabetes en stikstofdioxide.
Stikstof
Het goede nieuws is echter dat Europa erop vooruitgaat. Tussen 2005 en 2022 is het aantal doden gelinkt aan fijnstof met 45 procent gedaald. Daarmee lijkt de doelstelling van een daling met 55 procent tegen 2030 haalbaar.
De EU waarschuwt echter voor de impact op het milieu: 75 procent van de ecosystemen wordt blootgesteld aan te hoge concentraties schadelijke luchtvervuiling. Ook voor de landbouw heeft dat grote gevolgen: zo heeft ozon een negatieve impact op oogsten. Het agentschap becijferde dat ons land 57 miljoen euro misliep in 2022 aan aardappeloogsten door een teveel aan ozon. We staan daarmee op de vijfde Europese plaats.
Vlaanderen wordt tot slot ook in zeer hoge mate blootgesteld aan stikstofvervuiling, luidt het, wat tot een verschraling van de natuur kan leiden. Een gevolg van de nabijheid van steden en industrie. En ook voor verzuring van de bodem loopt onze regio een zeer hoog risico.