Echo’s van het ESC-congres 2013 (Amsterdam, 31 augustus – 4 september).
Educational symposia held by Boehringer Ingelheim at the ESC Congress 2013: ‘Novel oral anticoagulants for arterial and venous thrombosis’, 1st september, ‘Practical guidance for stroke prevention in atrial fibrillation – interactive case studies’, 2 september Anticoagulatie heeft het risico op cerebrovasculair accident (CVA) van het ischemische type bij patiënten met voorkamerfibrillatie aanzienlijk verlaagd. Het therapeutische venster van vitamine K-antagonisten (VKA’s) is echter smal en moeilijk te respecteren, met een risico op bloedingen als resultaat. Onvoldoende behandelde patiënten lopen een groot risico op CVA van het ischemische type en om te overlijden. In deze context profileren de nieuwe therapeutische aanbevelingen van de ESC voor de behandeling van niet-valvulaire voorkamerfibrillatie de nieuwe anticoagulantia (NOAC’s) duidelijk als primaire behandeling bij patiënten met een CHA2DS2-VASc-score ≥ 2. Van die NOAC’s biedt dabigatran, in de twee doses van 110 en 150mg, een zeer geruststellend veiligheids- en werkzaamheidsprofiel. De registers bevestigen de resultaten en dat ongeacht de gebruikte dosis. Published ahead of print.
De Food and Drug Administration heeft bepaald dat de cardiovasculaire veiligheid van ieder nieuw antidiabetisch middel aangetoond moet zijn voordat het wordt gebruikt. Een eis die onder meer heeft geleid tot de onderzoeken EXAMINE en SAVOR TIMI 53.
In SAVOR TIMI 53 (The Saxagliptin Assessment of Vascular Outcomes Recorded in Patients with Diabetes Mellitus), een fase IV-onderzoek, werd saxagliptine, een andere DPP4-remmer, vergeleken met een placebo bij diabetes type 2-patiënten met een bewezen cardiovasculaire aandoening of verschillende risicofactoren. De rest van de behandeling werd overgelaten aan de beoordeling van de onderzoekers en kon dus worden opgedreven.
Dat lijkt de conclusie te zijn van het ASSURE-onderzoek (ApoA1 Synthesis Stimulation and Intravascular Ultrasound for Coronary Atheroma Regression Evaluation), waarin RVX-208 werd vergeleken met een placebo bij patiënten met atherosclerotische laesies en met een laag HDL-cholesterolgehalte, en die waren voorbehandeld met een statine. RVX-208 veroorzaakt de aanmaak van apoA1, een belangrijk eiwit in HDL-cholesterol.
Uiteindelijk lijken de resultaten van het COMPARE-onderzoek (COzaar in Marfan PAtients Reduces aortic Enlargement) de gunstige werking van losartan op het syndroom van Marfan te bevestigen.
Het PURE-onderzoek (Prospective Urban Rural Epidemiologic) richtte zich op het cardiovasculaire risico en de incidentie van cardiovasculaire gebeurtenissen in populaties met een hoog, middelhoog of laag inkomen. Het risico werd geëvalueerd met behulp van de INTERHEART-risicoscore. De verzamelde gegevens hadden ook betrekking op de houding ten opzichte van preventie en behandeling.
Aliskiren, een renineremmer, heeft weinig effect op de letsels van atherosclerose bij patiënten met coronairlijden, maar zou de incidentie van complicaties kunnen verlagen.
Omecamtiv mecarbil, een myosineactiverend middel, levert slechts matige resultaten op bij acute hartinsufficiëntie.
Copeptine verbetert mogelijk het therapeutisch beleid bij patiënten die op de spoedgevallendienst worden opgenomen wegens een vermoeden van acuut coronair syndroom.
De duur van het QRS-complex blijft een belangrijke parameter bij het bepalen van de indicatie voor resynchronisatie bij hartinsufficiëntie.
ACCOAST (A Comparison of prasugrel at PCI or Time of Diagnosis of Non-ST Elevation Myocardial Infarction), een gerandomiseerde fase 3-studie bij 4.033 patiënten waarin prasugrel vergeleken werd met een placebo voor PCI bij het coronair syndroom NSTE, werd stopgezet alvorens er definitieve besluiten konden worden getrokken.
PRAGUE 14, dat 1.211 patiënten omvatte met een cardiovasculaire aandoening die niet-cardiale chirurgie ondergingen, probeerde een kosten-batenanalyse te maken van antitrombotica of het stopzetten ervan.
Deze studie met als doelstelling een belangrijke vraag te beantwoorden (Moet men een preventieve PCI uitvoeren op gedeeltelijke verstopte aders bij PCI voor STEMI?) werd vroegtijdig stopgezet.
Intensief sporten is niet per se schadelijk. Op een moment dat profsporters in het algemeen en wielrenners in het bijzonder zeer nauwlettend opgevolgd worden, met name inzake dopinggebruik, is het interessant na te denken over de gevolgen op lange termijn.
De efficiëntie van manuele compressie bij een cardio-pulmonaire reanimatie wordt beperkt door de vermoeidheid en de handigheid van de uitvoerder, wat leidde tot de ontwikkeling van apparaten voor mechanische compressie...
Met meer dan 8.000 patiënten met een trombo-embolisch accident toonde HOKUSAI (de Japanse schilder van het schilderij 'De grote golf van Kanagawa') het belang aan van edoxaban...
Een dubbele bloedplaatjesaggregatieremmende behandeling gedurende één jaar maakt deel uit van de aanbevelingen bij de meeste indicaties. Wat gebeurt er echter met patiënten die hun behandeling vroegtijdig stopzetten?
De studie RE-ALIGN geeft een negatief resultaat voor het gebruik van dabigratan bij een valvulaire vervanging. Prof. Frans van de Werf (KU Leuven) legt ons de redenen uit.
In tegenspraak met wat twee studies in fase 2 hadden aangetoond, eindigde de studie TAO negatief voor otamixaban. Dat is een injecteerbaar anti-Xa dat gebruikt wordt bij het coronaire NSTEMI-syndroom. Prof. Philippe-Gabriel Steg (AP-HP Hôp. Bichat - Claude Bernard, Parijs) legt ons het waarom uit.
TASTE verzamelde voor deze studie meer dan 7.000 patiënten (n = 7.244), een groter aantal patiënten dan alle voorgaande studies samen. TASTE baseerde zich op het Scandinavische register SCAAR om een gerandomiseerde prospectieve studie uit te voeren naar het belang van aspiratie van de trombus voor het plaatsen van een stent...
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...