Half december 2016 ontving het VAS, als één van de steunpunten van Impulseo, een mail van de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Het nieuws was op zijn minst verontrustend: Vlaanderen heeft tot nog toe geen tussenkomst betaald voor de personeelskosten die de artsen hebben gedragen in het jaar 2015. “De toekomst is onzeker”, zegt VAS/Bvas-voorzitter Marc Moens. “Gaat het om een achterstand of is het geld definitief verloren?” En verdwijnt Impulseo? Minister Vandeurzen ontkent.
Vanaf 1 januari 2016 is Impulseo overgedragen van het federale naar het Vlaamse niveau. Dat houdt in dat Vlaanderen rekeningen moet betalen voor het jaar 2015. De algemene regel is immers dat artsen vóór 1 juni van het jaar x een aanvraag moeten indienen om een toelage te verkrijgen voor hun personeelskosten van het jaar x-1. Uitbetaling vindt plaats in de tweede helft van het jaar x. Maar dat is op Vlaams niveau niet gelukt.
Geheimhouding doet het ergste vermoeden
“Er is in de tweede helft van 2016 geen toelage uitbetaald aan een aantal artsen die vóór 1 juni 2016 correct hun aanvraag hadden ingediend voor hun personeelskosten van het jaar 2015”, aldus dr. Moens. “De Participatiemaatschappij heeft ons beloofd dat de overblijvende dossiers in januari 2017 zouden worden uitbetaald. Het is niet meer dan een belofte. Waarschijnlijk komt dat in orde, hoewel we aankaarten dat de betrokken artsen vrij lang op hun geld hebben moeten wachten. Maar zal de Vlaamse overheid Impulseo blijven financieren? We willen graag weten waar we aan toe zijn.”
De overheveling van Impulseo naar Vlaanderen is voor het VAS geen opwaardering, rekening houdend met de gebrekkige communicatie en de (voorlopige?) stopzetting van de tussenkomst. Langs indirecte weg heeft het VAS gehoord dat er een grondige evaluatie aan de gang is van het Impulseo-systeem. De verantwoordelijken laten na hierover te communiceren en te overleggen met de sector. Die geheimhouding doet bij het syndicaat het ergste vermoeden, namelijk de stopzetting om louter budgettaire redenen.
Daarom heeft het VAS minister Vandeurzen (Welzijn, Volksgezondheid en het Gezin) en minister Tommelein (Begroting, Financiën en Energie) aangeschreven. Het syndicaat vraagt meer duidelijkheid over de toekomst van Impulseo.
Een streep door de rekening
Als de personeelstoelagen via Impulseo verdwijnen, dan is dat een forse streep door de rekening. Een aantal artsen hebben allicht in 2016 personeel tewerkgesteld in de veronderstelling dat ze er wel een toelage zullen voor krijgen. “Maar dat is niet alles”, waarschuwt dr. Moens. “Als artsen geen personeelstoelage meer krijgen, kan dat betekenen dat ze hun personeel moeten ontslaan. In dat geval stevenen we af op een sociaal bloedbad. We spreken hier over meer dan 1.000 aanvragen per jaar, dus over meer dan 1.000 tewerkgestelde personen. En bovendien zullen de betrokken artsen ook nog eens een opzegvergoeding moeten ophoesten, voor personeel dat soms al verschillende jaren aan de slag is.”
“Met de eerstelijnsconferentie van 16 februari wil minister Vandeurzen komen tot een zo breed mogelijk gedragen Vlaams zorgmodel. De stiefmoederlijke behandeling van het Impulseo-dossier staat in fel contrast tot deze doelstelling”, overweegt de VAS-voorzitter nog. “Het VAS staat achter veranderingen als doorgevoerd worden met inspraak en respect voor ieders rechten en plichten. Een wijziging van het Impulseo-dossier is slechts mogelijk als dit met de grootste omzichtigheid gebeurt.”
Minister Vandeurzen: “Impulseo helemaal niet op de helling, wel evaluatie.”
Minister Vandeurzen reageert op de ongerustheid van het VAS. Hij zet naar eigen zeggen Impulseo helemaal niet op de helling, integendeel: hij ziet dit als een belangrijke stimulans voor huisartsenpraktijken. Wel evalueert hij in aanloop naar de eerstelijns gezondheidsconferentie van 16 februari onder andere Impulseo. Op het traject naar die conferentie worden ook de artsen betrokken. “Ook over de evaluatie van 10 jaar Impulseo-werking is steeds in alle openheid vanuit de administratie gecommuniceerd met de arstensyndicaten en Impulseo-steunpunten”, heet het.
Het kabinet ontkent het gemelde probleem van de financiering niet: dat heeft te maken met het feit dat er in 2015 bij overheveling van de bevoegdheid logischerwijs een achterstand ontstond in uit te betalen premies. “Deze achterstand is grotendeels weggewerkt in 2016. Een aantal dossiers die midden december 2016 de administratieve procedure doorlopen hebben, zullen pas uitbetaald worden in januari 2017. Dus de ingediende en ontvankelijke dossiers kunnen rekenen op een honorering.”